‘Leuk is de zin van het bestaan’, zingt Roosmarijn Luyten het publiek toe, geflankeerd door Felix Schellekens en Eva Zwart. De te lange, te krullende en te oranje pruiken van het drietal zijn clownesk, hun concentratie is Songfestival-serieus.

In een geestige vaudeville-achtige setting met draaiplateau toveren de drie spelers hapklare festival-snapshots tevoorschijn. Zwart wordt gehypnotiseerd (geraffineerd begeleid door stomme filmmuziek) tot ze alleen nog maar ‘fun’ kan zeggen in haar glitterbadpak, Schellekens laat het publiek mee ‘hee-hoo’-en en Luyten zweept de boel op met vele cliché-uitspraken over je eigen geluk pakken en dromen verwezenlijken.

Ze zingen en dansen dat het een lieve lust is en zelfs als de boel eigenlijk allang niet meer zo leuk is omdat Schellekens als reuzenkuiken de lachende gele clown Zwart met een skippybal volledig aan gort heeft gemept en zij slap over de rand van de draaischijf rondtolt, pruttelt een kleine bloem nog tegeltjeswijsheden, zoals ‘het leven is een feest, je moet alleen zelf de slingers ophangen’.

De lach werkt in deze festivalvoorstelling en de rijke kostuums maken er ‘een feestje van’. Hier en daar gaan de beelden wringen en wordt het griezelige gemak voelbaar waarmee we alles in het leven kunnen oppoetsen tot gekmakend optimisme. Toch wordt het nergens werkelijk bitter. De drie spelers drijven namelijk vooral de spot met allerlei festivalgimmicks (en dat doen ze knap), waardoor Leuk zijn eigen theatertent niet uitkomt.

Leuk is bovenal een parodie op de leuke, holle lichtheid van festivalvoorstellingen. Een parodie die op haar beurt dan weer een typische, en in zijn soort schitterend opgebouwde, festivalvoorstelling is.

Foto: Kamerich & Budwilowitz / EYES2