Bij het voorgesprek blijkt al dat de zaal vol met Houellebecq-fans zal zitten. En als door een technische start de voorstelling aanvangt zonder Nederlandse boventitels, en de regisseur de voorstelling moet stilleggen zodat het euvel verholpen kan worden, pocht een toeschouwer dat iedereen in de zaal het Frans heus wel zal verstaan. 

Deze toneelbewerking van Michel Houellebecqs Les particules émentaires (de roman is in het Nederlands vertaald als Elementaire deeltjes) is gemaakt door het jonge gezelschap Si vous pouviez lécher mon coeur, onder leiding van regisseur Julien Gosselin. Het toneelbeeld wordt bepaald door een enorm scherm op het achterdoek, een stuk kunstgras op het midden van het podium, wat interieur daaromheen en de muziekinstrumenten die de voorstelling begeleiden.

Het verhaal van de voorstelling volgt nauw dat van het boek: halfbroers Michel en Bruno groeien op in een tijd waarin het naoorlogse idealisme verruild werd voor de huidige consumptiemaatschappij. Bruno, teleurgesteld door mislukte pogingen tot intimiteit in zijn jeugd, wordt een seksverslaafde hedonist. Michel begraaft zich in zijn wetenschappelijke werk en slaagt er zelfs niet in om contact te maken met zijn jeugdliefde Annabelle. Hun hippiemoeder, tot slot, woont in een Californische commune met mensen die later een satanistische sekte zullen oprichten.

De toneeltekst bestaat voor een groot deel uit Houellebecqs woorden. Kenmerkend is dat zijn boeken weinig dialoog en veel overpeinzingen bevatten. Gosselin legt deze overpeinzingen in de monden van de personages, bijvoorbeeld wanneer Michel en Annabelle vertellen wat Bruno zoal denkt en doet. Dit geeft de spelers gelegenheid hun karakters uit te diepen, zonder dat ze daarvoor dialoog nodig hebben. Daarnaast kunnen ze elkaar af en toe kort van repliek dienen. ‘Elle est mignonne, putain!’ (‘Godverdomme, wat is zij schattig!’) roept Michels moeder bijvoorbeeld uit als ze Annabelle ziet. Hoewel deze oplossing voor levendigheid zorgt, maakt het vasthouden aan Houellebecq observerende schrijfstijl de voorstelling wat ‘vertellerig’.

Dat neemt niet weg dat de spelers dit alles doen met een groot gevoel voor – en nagenoeg perfecte beheersing van – de uitdagende tekst. Het Frans is op meerdere punten veel wranger en absurder dan de Nederlandse boventiteling overbrengt, zoals wanneer het ‘helaas’ in de zinnen van Bruno’s moeder wordt weggelaten als ze enthousiast vertelt dat in primitieve samenlevingen de jeugd seksueel werd ingewijd onder toeziend oog van volwassenen. Ook worden soms enkele zinnen onvertaald gelaten.

De theatrale kwaliteit van het stuk wordt daarnaast ook bepaald door de muziek, die live op het podium gemaakt wordt, de vele verkleedpartijen, en de komische interpretaties van de activiteiten in het hippie-oord waar Bruno vakantie viert. Ook heeft de regisseur dankbaar gebruik gemaakt van Houellebecqs symboliek. Zijn oeuvre staat bol van banale fenomenen als magnetronmaaltijden en erotische tijdschriften met slogans als ‘Le droit au plaisir!’ (‘het recht op genot’), die het morele verval van de westerse maatschappij verbeelden. Deze worden dan ook veelvuldig ingezet, zowel in woord als beeld. Bovendien wordt de zee, die niet alleen in Elementaire deeltjes maar bijvoorbeeld ook in Mogelijkheid van een eiland een belangrijke rol speelt, aan het einde groot op het achterdoek geprojecteerd.

Gosselin gaat ook inventief om met de science fiction-achtige elementen die het werk van Houellebecq kenmerken, bijvoorbeeld door zijn spelers een toast te laten uitbrengen op de ‘oude mens’ die zich liet leiden door begeerte en agressie maar bij vlagen ook tot grootse dingen in staat was. Zijn creativiteit met beeld en geluid neemt echter niet weg dat hij selectiever met Houellebecqs tekst had mogen omgaan. De voorstelling voelt bij vlagen aan als een gedramatiseerde voorleessessie. Drastischere keuzes in wat er verteld wordt en hoe, hadden van Les particules élémentaires een nog autonomer stuk kunnen maken.

Foto: Simon Gosselin