Theatermaker Jakop Ahlbom heeft zich met zijn eerdere voorstellingen Vielfalt, De Architect en Innenschau gespecialiseerd in het incorporen van goocheltrucs en special effects. Daarmee creërde hij vaak een surreële en bizarre wereld, waarin mensen verdwenen in banken of televisies, kopjes uit zichzelf over de tafel schoven of een hart uit het lijf werd gesneden. In Lebensraum is dat niet veel anders. Maar waar de eerdere voorstellingen ronduit zwart en grimmig waren, is Lebensraum vooral lieflijk en komisch.

Dat heeft vooral te maken met de inspiratiebron. Ahlbom liet zich inspireren door de stille film uit de jaren twintig van de vorige eeuw en dan met name door The scarecrow van Buster Keaton. Hierin leven twee mannen in een klein huis. Ze hebben voor alles een handige oplossing bedacht: het bed is tevens piano, de boekenkast klapt open tot koelkast en het zoutvaatje hangt met draden en gewichtjes aan het plafond.

In Lebensraum wordt de wereld van de stille film driedimensionaal. De twee spelers (Jakop Ahlbom en Reinier Schimmel) en de twee muzikanten (Leonard Lucieer en Ralph Mulder van Alamo Race Track) zijn witgeschminkt en het decor is zo kleurloos mogelijk. Maar de robotpop (een weergaloze Silke Hundertmark) die de twee mannen hebben gemaakt om huishoudelijk werk te doen, brengt kleur in hun leven. Ze heeft rode krullen, een knalgeel jurkje en als zij de plant water geeft, bloeit daar spontaan een rood-gele bloem uit. Uiteraard loopt een en ander gigantisch uit de hand. Ze schenkt de koffie naast de beker, gooit de messen op tafel en slaat de mannen bijna voor hun hoofd met een stoel. Wat weer leidt tot een grappig duet van acrobatiek en slapstick tussen man en pop met alle chaos en hectiek van dien.

Hoe knap de spelers dat ook allemaal brengen, Lebensraum mist toch de rafelige randjes van Ahlboms eerdere voorstellingen. Daardoor is Lebensraum vooral een aangenaan, komisch miniatuurtje over twee mannen en een mislukt vrouwelijk experiment.