In 1943 was de oorlogsverslaggever Vassili Grossman een van de eerste journalisten die in Russische propagandakranten beschreef wat er gebeurde in de massavernietigingskampen in Polen, waar hij in het spoor van het Rode Leger terecht kwam. Zijn ervaringen vonden hun weerslag in het Tolstojaanse boek Leven en Lot, lange tijd door de Sovjetcensuur verboden, maar bij publicatie in het Westen in de jaren tachtig erkend als een van de meest indrukwekkende romans van de twintigste eeuw.

In één hoofdstuk van amper twintig pagina’s beschrijft Grossman de aankomst van een transport joodse gevangenen in een kamp, hun selectie op de kampplaats en hun sterven in de gaskamers, beschreven vanuit het perspectief van een van hen, de oudere vrouw Sofja Ossipovna. Het is een onthutsend fragment, door de precieze, op details geconcentreerde beschrijving in eenvoudige taal en door het contrast tussen de gruwelijkheid van de gebeurtenis en de diepe menselijkheid waarmee Grossman dit onvertelbare verhaal doordrenkt.

Moet je daar theater van willen maken? Johan Simons besloot van wel en ensceneerde speciaal voor Brandhaarden een concertante lezing in het Goethe Instituut in Amsterdam. Of eigenlijk is het een non-enscenering, omlijst door muziek van violiste Vera Beths en Reinbert de Leeuw achter de piano, voor tachtig man in de barokke salon van het instituut, met goudgeel gecapitonneerde wanden en krullerige spiegels. Vooraf spelen ze de romantische treurmelodieën van Liszts La Notte, dan leest actrice Hildegard Schmahl voor. De prachtige oudere actrice zit in een eenvoudig herenkostuum achter een tafel en spreekt Grossmans woorden licht gedragen maar opsmukloos uit.

Erna spelen de musici Sonate voor viool en piano van de Russische componiste Galina Oestvolskaja. Wederom romantische thema’s, maar ingebed in dissonante, krassende vioolklanken met hoekige, atonale pianobegeleiding. De boodschap is duidelijk: de Holocaust heeft ons gevoel voor schoonheid voor eeuwig aangetast.

Zo bezien werkt deze avond als een meedogenloos slotakkoord bij de twee Hotel Europa-avonden die de Münchner Kammerspiele dit weekend presenteerde. Die behandelden, aan de hand van Geert Maks boek In Europa, de periode tot 1939. Deze lezing vertelt wat daar onherroepelijk op volgde.

Uiteindelijk wordt de avond indrukwekkend, maar ook erg beschaafd. Grossmans tekst wordt met zoveel goede smaak omringd dat ze heilig wordt. Met alle inspanning om de tekst waardig op het toneel te brengen, wordt haar schokkendheid gedempt. Maar misschien gedijt dit verhaal ook slechts in de intimiteit tussen auteur en lezer.