Korter is vaak beter. Een kortdurende en intense voorstelling kan veel meer indruk maken dan eentje van drie uur. Bij het Ostadetheater weet men dit en er worden dan ook vaak twee korte voorstellingen achter elkaar geprogrammeerd. Zo ook deze zondagmiddag, waarop eerst de première van Laughing while drinkin sour milk te zien is en daarna de voorstelling Transit. Twee innemende en bij vlagen ontregelende producties die lijden onder hetzelfde euvel.

Jaime Ibanez is een Groningse beeldend kunstenaar en performancemaker. In zijn voorstelling Laughing while drinkin sour milk presenteert hij zichzelf met luide, monotone stem als een zonderling die in een schoenendoos woont. Hij heeft alles, behalve een woonkamer. Dat was dan ook de belangrijkste reden om een vriendin te nemen. ‘Toen ze wegging, was het koud in mijn huis,’ vertelt Ibanez. ‘Dat kwam doordat de radiator kapot was.’

Ibanez zet een aantal tragikomische en absurde scènes achter elkaar en illustreert ze met intrigerende bewegende objecten en slimme fysieke vondsten. Met behangerslijm plakt hij een paar vellen papier op zijn buik en spuit daar – als ware het graffiti – een gezicht op. Vervolgens vertelt hij: ‘I had someone in my head. She took up alle the space but payed no rent.’ Hij probeert deze gedachte achter te laten in het bos, als een hond, maar daar krijgt hij hoofdpijn van. Dus neemt hij een aspirine.

Ibanez’ performance is uniek, eigenzinnig en erg grappig. Maar de scènes zijn amper met elkaar verbonden, het lijkt vooral een opeenvolging van grappige invallen en mooie beelden. Een dwingender verhaal en scherpere overgangen tussen de scènes zou van deze innemende voorstelling een echte parel maken.

Na een pauze volgt Transit, een voorstelling over ouder worden door poppenspeelster Ananda Puijk. Over het slapper worden van het lichaam en het vervagen van herinneringen. Drie poppen en een onzichtbare, in het zwart gehulde poppenspeelster helpen haar om dit verhaal te vertellen. Aan de ene kant staat de oude vrouw, een levensgrote pop met grijze haren. In haar dunne jurk lijkt de rijzige pop op Puijk zelf, een sterke, jonge schoonheid met lang blond haar. Dat ze elkaars alter ego zijn, blijkt wanneer Puijk het masker van de pop opzet. Aan de andere kant is daar de oude man, een pop van een kleine meter groot met een kaal hoofd en een aarzelende gang. Ook hij heeft een alter ego, dat voornamelijk bestaat uit een lange jas en een enorm hoofd, zijn evenbeeld. De poppen worden afwisselend bespeeld door Puijk en haar medespeelster, Charlotte Puijk-Joolen.

Met deze personages, en een imposante jurk met hoepelrok, krijgt het verhaal over herinneren en verliezen vorm. De beelden zijn vaak ronduit schitterend met als hoogtepunt een scène waarin de oude man tranen van plastic huilt die op een briesje wegwaaien, waarna Puijk als het jonge meisje in de tranen danst. Maar ook deze voorstelling lijdt onder een gebrek aan keuzevaardigheid. De aaneenschakeling van scènes is te weinig concreet, veel scènes zijn nogal langdradig en de changementen zijn rommelig, wat nodeloos irriteert. Puijk is (nog) geen sterke actrice maar wel een zeer getalenteerd poppenspeelster die een rijke belevingswereld weet te scheppen. Het valt daarom te hopen dat ze nog verder aan de voorstelling werkt. Want met wat scherpere keuzes en betere overgangen zou ook Transit een echt poppentheaterpareltje kunnen worden.