Drie maanden had hij de tijd om een avondvullende zomervoorstelling voor het DeLaMar Theater te schrijven. Diederik Ebbinge stond sinds 2008, toen zijn cabaretgroep De Vliegende Panters ermee stopte, zelf niet meer op het podium. Nu staat hij zes weken aaneengesloten in zijn zelfgeschreven Late Evening Zomercabaret. Een vermakelijke, pretentieloze cabaretrevue die op de première nog niet helemaal op zijn plek viel.

Ebbinge wordt bijgestaan door Rutger de Bekker (zijn oud-collega van De Vliegende Panters), gitarist Jeff Heijne, flamencozangeres Eva Laurenssen (wat een stem!) en een zeskoppig showballet. Bovendien is er een wekelijks wisselende BN’er, in de eerste speelweek is dat Raoul Heertje. De regie is in handen van Ruut Weissman, die sinds 1 maart artistiek leider is van de muziektheaterafdeling van het DeLaMar.

Zelf speelt Ebbinge ceremoniemeester Frans Dudok, eigenaar van een bescheiden antiquariaat, die in zijn jonge jaren in een klein zaaltje in Amsterdam zomerrevues organiseerde. Joop van den Ende was daar indertijd nog geweest. Ebbinge maakt van de spreekstalmeester van deze avond een wat sullige goedzak. Een ouderwetse, stoffige man die op verzoek van Van den Ende ‘op twitteren’ gaat, om de voorstellingen meer te promoten. Maar hij schrikt van de hardheid van deze tijd. Zijn onschuldig bedoelde eerste (en meteen laatste) ‘twittertje’ over Sylvana Simons levert hem een aantal niet mis te verstane doodsbedreigingen op. Dus liever vertelt hij een paar ondeugende Sam en Moos-grappen.

Zo zitten er wel wat meer voorzichtige ‘sneren’ naar deze tijdgeest in, maar daarin is de voorstelling niet op zijn sterkst. De Bekker speelt Dudoks gladde tegenpool Ronald Vis: een follow the money-reclameman die de entertainmentindustrie inrolt, niet vanuit artistieke drijfveren maar vanwege financieel gewin. Nog voordat de voorstelling begonnen is staat hij met flyers in de foyer zijn concept te pitchen. Hij wil, in navolging van musicals over – noem maar op – André Hazes, Nelson Mandela of Jezus Christus, in 2018 met Ghandi – de musical in première gaan. Tijdens de voorstelling krijgen we drie voorproefjes te zien, gespeeld (en geschreven, geregisseerd en geproduceerd) door diezelfde Ronald Vis. Met bruine vegen op zijn gezicht. Roetveeg-Ghandhi. Want stroopwafels kennen ze niet in India.

Zo wisselen de lijntjes van Frans Dudok, Ronald Vis, het showballet en de prachtige zang van Laurenssen elkaar rustig af. Halverwege doet wissel-BN’er Raoul Heertje een sterke stand-up, waarin hij wel degelijk de tijdgeest op scherp zet. Bovendien verrast hij met een – ik had er nog nooit van gehoord – bandparodie (een snelle montage op band van cabaret, zang en moppen die Heertje dan weer playbackt), waarmee hij in zijn jonge jaren furore maakte, en laat hij het publiek een zelfgeschreven meezinger massaal, in alle stilte, mee-playbacken.

Alle ingrediënten zijn aanwezig in deze zomerrevue, maar het geheel wil niet meer worden dan de som der delen. Keuzes worden niet helemaal doorgevoerd en verliezen zo aan kracht. De lijntjes met de actualiteit blijven teveel op veilig. Bij de fragmenten van de Ghandi-musical komt de satire ook niet helemaal over het voetlicht. Wel zijn die muzikaal heel goed. De manieren waarop de verschillende verhaallijnen op elkaar inwerken komen niet verder dan aanzetjes: uiteindelijk blijven het losse onderdelen in een montage-voorstelling. Late Evening Zomercabaret is een vermakelijke avond, maar had absoluut sterker kunnen zijn. Nu blijft het in het veilige midden tussen een oubollige revue-avond en actuele satire die niet op scherp komt.

Foto: Leo van Velzen