De ‘unvollendete’ van Misha Mengelberg wordt het al genoemd: Koeien, ondertitel: opera misha. Dat wil zoveel wil zeggen als: een opera in de stijl van Misha Mengelberg. Aangezien Mengelberg nu bijna tachtig jaar is en ernstig dementerend, heeft Cherry Duyns diens onvoltooide libretto aangevuld en afgerond, Guus Janssen heeft er muziek bij gemaakt in Misha’s stijl en het Holland Festival bracht het uit: een schitterende, vrolijke, alle kanten uitschietende happening met prachtig swingende muziek, die weemoed opriep naar de ‘inclusieve concerten’ van begin jaren zeventig waar alles mogelijk was. Vanavond nog een keer te zien en in mei 2016. 

Om de enigszins maffe teksten over koeien en nog eens koeien aan te vullen bedacht Cherry Duyns dat Pierre Bokma een figuur zou spelen die niet Misha Mengelberg is of moet voorstellen, maar die wel diens opvattingen laat horen in de vorm van citaten uit allerlei kranten en tijdschriften. Deze Misha‒figuur zegt dat hij voortdurend liegt en dat dit natuurlijk te maken heeft met het dadaïsme van Kurt Schwitters: ‘Alles op losse schroeven zetten’.

De Nederlandse tournee van Koeien begint volgend jaar, op 10 mei 2016 in de Rotterdamse Schouwburg. Eigenlijk zou Rotterdam dan op het saaie en kale Schouwburgplein nu echt eens de koeien moeten laten grazen die Wim T. Schippers daar ooit in een grazig weiland wilde neerzetten. Het zou in zijn absurdisme een geweldige aanvulling zijn op de rare teksten over koeien die in het begin van de opera de wei in gaan en aan het eind weer terug de stal in.

Gelukkig is er in de regie van Cherry Duyns geen koe te zien en worden de zes koeien prachtig gespeeld en gezongen door zes jonge zangers van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, gekleed in elegante witte pakken en jurken. Opperkoe is actrice Olga Zuiderhoek, in het wit gekleed als een nette dame, die in de loop van het stuk ook steeds meer lijkt te gaan zingen.

Er is verder een boer (bariton Mattijs van de Woerd), een boerin (mezzosopraan Fanny Alofs) en een mysterieuze jonge vrouw Almide (sopraan Katrien Baerts), een soort van bijenkoningin met paardenbloemen op haar wijd uitstaande jurk. Zij doet een halfhartige poging de brave boer er toe te bewegen met haar weg te gaan. Weggaan? Hij kan daarop alleen maar antwoorden met de namen van gerechten van de afhaalchinees, zoals foe yong hai en tjap tjoy…

Die beperkte handeling en het gesjok van de koeien zijn lang niet het belangrijkste onderdeel van deze ‘misha opera’, want het belangrijkste is het onbekommerde muziek maken van tien leden van het ICP Orkest, onder wie jazzpianist Guus Janssen en meesterdrummer Han Bennink, die beiden af en toe als leider de vaart er in brengen. Maar ook de saxofonisten Ab Baars, Tobias Delius en Michael Moore, trompettist Thomas Heberer, trombonist Wolter Wierbos, cellist Tristan Honsinger, bassist Ernst Glerum en altvioliste Mary Oliver spelen dat het een geweldige lust is.

De muziek gaat van vrije jazz naar flauwe liedjes, tango’s, smartelijk gehuil, fanfare en een sentimentele ballade gezongen door Beppe Costa als een Italiaanse ijscoman. Het doet denken aan de jaren dat in de muziek alles mogelijk was en op inclusieve concerten allerlei soorten muziek dwars na en voor en door elkaar heen werden gespeeld, louter om het plezier van het muziek maken.

Daarmee is deze hommage aan Misha Mengelberg tegelijk een eerbetoon aan de Nederlandse geïmproviseerde muziek vanaf de jaren zeventig en aan de hele vrolijke muziekbeweging uit die tijd. O, wat was dat toch heerlijk, die onbeperkte vrijheid, waar commissies, cultuurraden en staatssecretarissen tot nu toe te vergeefs een einde aan hebben willen maken. Nee, een opera is het niet, maar hindert dat iets? Het is een misha opera, dat zegt veel meer. Misha Mengelberg zelf was ook aanwezig, in een rolstoel, blij om alle feestvreugde waarvan de aanleiding hem misschien enigszins ontging, ook al was hij dat zelf.

Foto: Ben van Duin