Ibsen is weer alom aanwezig in het Nederlandse theater. Bouwmeester Solness van Frans Strijards is net uitgespeeld en een nieuwe enscenering van Joost van Hezik bij Toneelschuur Producties gaat half mei in première. Het Zuidelijk Toneel komt op Theaterfestival Boulevard met Peer Gynt en bij het Nationale Toneel speelt nu in een regie van Susanne Kennedy Kleine Eyolf dat samen met NT Gent is geproduceerd.

Bij aanvang  zien we in spaarzaam licht op een lege speelvloer de gehandicapte  Eyolf minuten lang op een schommelpaard. Het schommelgeluid en het knarsen van het hout zijn nogal fors versterkt, waardoor het beeld unheimisch is. Dan verschijnen de ouders, de zus en haar minnaar. Op het achtertoneel zien we de twee zogenaamde rattenvrouwen. De tekst wordt op mechanische wijze uitgesproken. De motoriek van de acteurs, met name die van moeder Rita, gespeeld door Marlies Heuer, sluit daarop aan.

Rita verlangt seksuele toewijding van haar man die zich na veel studie juist heeft voorgenomen een goede vader te zijn. Rita wenst haar zoon dood en korte tijd later verdrinkt Eyolf. De toenemende verlangens van Rita om haar man Alfred te begeren, worden wanhopig. Alfred blijkt steeds meer belangstelling te hebben voor zijn (half)zus. De dood van Eyolf maakt de personages tot dolende zielen op zoek naar houvast en zingeving.

De chronologie van het verhaal is losgelaten en de gefileerde teksten bevatten veel, heel veel herhaling. Gedurende de hele voorstelling is de speelvloer donker en zien we alle handelingen door een gaasdoek. Daarop worden regelmatig teksten geprojecteerd, afkomstig uit Nietsches Also sprach Zarathustra. Ook zijn er korte videoprojecties. Tegen het einde van de voorstelling daalt een reusachtig kruis neer.

Hoewel er ook grappige momenten zijn, met name in de rol van Eyolf die door de verstandelijk beperkte Frans Meere knap wordt gespeeld, is de sfeer zwarter dan zwart. Geen middel wordt geschuwd om de demonische sfeer en het gebrek aan intermenselijk contact duidelijk te maken.  In haar vorm is de voorstelling zeer consequent. Maar de overdaad aan theatrale middelen zoals te hard en lelijk geluid, de houterige motoriek, de vele herhalingen, de geprojecteerde filosofische teksten, de pompeuze muziek en het kruis maken de voorstelling topzwaar.

De zwart gerande filmische esthetiek vol onderkoelde emoties is uiterst vakkundig vormgegeven, maar de balans tussen vorm en inhoud  is lastig te vinden. Kennedy verwierf faam met zonderlinge ensceneringen die vaak aangeduid zijn als verontrustend. Met de apocalyptische sfeer die deze Kleine Eyolf bepaalt, voldoet ze aan de verwachting. Maar verontrustend theater is dit niet. Daarvoor is de conceptuele aanpak te zeer beladen met bombast.

(foto: Carli Hermès)

Zie ook het artikel ‘De groteske kostuums van Lotte Goos’ in TM mei 2012