Ze komen strak in het pak het podium oplopen maar eigenlijk zijn ze te moe voor de première. Daar zijn ze gewoon eerlijk over tegen hun publiek. Peter van de Witte en Bas Hoeflaak, het cabaretduo Droog Brood, trekken aan het begin van de voorstelling een satijnen pyjama aan en kruipen in bed voor een powernap.

En tijdens die powernap ontrolt zich Kissy kissy, een reeks sketches met muziek, slapstick, goed getimede grappen en tekstuele spitsvondigheden. Eén ding is al snel duidelijk: de mannen boksen tegen elkaar op en op een of andere manier lijkt Van de Witte daar steeds als beste uit te komen. Aan het begin doorkruist hij het openingsverhaal van Hoeflaak door alles wat hij zegt ter discussie te stellen. In een scène over twee ontevreden werknemers gaat hij er als enige met salarisverhoging en een promotie vandoor. En als running gag geeft hij Hoeflaak elke keer dat hij naar zijn smaak te filosofisch doet een klap.

Hilarisch is de clowneske scène waarin Hoeflaak als dode ligt opgebaard en Hoeflaak zijn lichaam in de juiste positie wil leggen. Zijn bril staat scheef, zijn benen liggen te wijd, zijn handen blijven niet gevouwen op zijn buik liggen en tot overmaat van ramp rolt hij door het gesjor en getrek van het bed af en komt met een doffe dreun op de grond terecht.

De scènes volgen elkaar in snel tempo op. Na wat geschuif met decorpanelen op een smooth muziekje, volgt een uit de hand gelopen workshop wijn proeven of een geestige parodie op een moderne dansvoorstelling. Maar het kan ook gebeuren dat Van de Witte ineens Hoeflaaks oor afbijt, als hij weer eens te filosofisch redeneert. Maar gelukkig naait hij het lichaamsdeel er weer aan met naald en draad, al is het dan verkeerd om. Als Hoeflaak zich daarover beklaagt, krijgt hij de wind van voren. ‘Ik heb mijn excuses aangeboden. Ik heb je oor weer vastgezet. Wat wil je nou nog méér?’

Verrassend en absurd zijn de muzikale intermezzo’s. De vrolijke panfluitshow, waarin de twee dansend met enorme instrumenten over het podium glijden, werkt enorm op de lachspieren. Net als de parodie op een klankimprovisatie waarin ze met extreme mimiek het uiterste van hun stembanden vragen. Ze zijn perfect op elkaar ingespeeld, ook in muzikaal opzicht. Het is te merken dat ze al sinds de Kleinkunstacademie samenwerken, maar ze houden elkaar alert.

Kissy kissy eindigt wat abrupt, als de wekker afgaat na de powernap. Pas tijdens het applaus besef je dat het al is afgelopen terwijl je eigenlijk nog niet weet wat de essentie van de voorstelling is. Toch is dat gebrek aan een boodschap op de een of andere manier niet storend. Droog Brood houdt het publiek anderhalf uur lang gebiologeerd en vooral geamuseerd op het puntje van de stoel.

Foto: Bob Bronshoff