Keloğlan komt in vele Turkse volksverhalen en sprookjes voor en de naam betekent zoiets als kale jongen. Kaal is Saman Amini die hem gestalte geeft in Sonnevancks Kereltje allerminst, sympathiek en overtuigend des te meer. Samen met de blonde actrice Fleur Voorn schittert hij in een buitengewoon amusante sprookjesvoorstelling, waarin een eenvoudige, nogal naïeve jongen het hart van de prinses verovert.

Dat laatste doet Kereltje zonder het zelf te weten. Wanneer de koning veertig met goud beladen kamelen belooft aan wie zijn dochter aan het lachen kan maken, heeft Kereltje helemaal geen zin om zijn dorp te verlaten. Wat kan hem al die rijkdom schelen? Hij wil alleen maar een vriendje of vriendinnetje om mee te spelen. Maar ja, die zijn er niet in het dorp, en om zijn moeder niet teleur te stellen, gaat hij op pad.

Het levert meteen een vermakelijke afscheidsscène op, waarbij de kinderen in de zaal vrolijk meedoen en Amini en Voorn gevat op hen reageren: want dat kan inderdaad beter! Natuurlijk gaat het vervolgens al snel mis en raakt de goedgelovige Kereltje alle trucs om de prinses aan het lachen te kunnen maken kwijt. Maar wanneer hij wanhopig besluit dan maar een kip te vangen, iets is immers beter dan helemaal met lege naar huis terug te keren, belandt hij per ongeluk in de rozentuin van de prinses, die niet meer bijkomt van het lachen door alle gekke capriolen van Kereltje en de kip. Uiteraard tot grote vreugde van de koning. Eind goed, al goed, en ze leefden nog lang en gelukkig.

Is dat alles? Ja, en dat is genoeg.

Maar Theater Sonnevanck weet zelfs in deze eenvoudige sprookjesvoorstelling voor de allerkleinsten subtiel een lesje voor ouders en kinderen te verstoppen. Niet zozeer de overduidelijke; dat hoe klein je ook bent, je wel degelijk wat kunt bereiken, dat vriendschap niet te koop is en je alles kunt hebben wat je hartje begeert maar nog altijd ongelukkig kunt zijn. Kereltje laat bovenal, zonder ook maar ergens belerend te zijn, zien hoe een blond meisje en een Turks jongetje samen op kunnen gaan in een fantasiewereld, elkaar verhalen kunnen vertellen en elkaar beurtelings de loef af kunnen steken. Niemand is de baas. Zowel Amini als Voorn zijn beurtelings stoer, betweterig, grappig, dom en kwetsbaar.

De benodigde rekwisieten komen daarbij allemaal uit een grote schatkist op het podium en wanneer Voorn een meterslange jas aantrekt is de associatie met de verkleedkist op zolder ook visueel snel gemaakt: de oude jas van vader verandert ook daar in het uniform van de wachters bij het paleis van de koning.

Dankzij de subtiele boodschap, de nergens overheersende muziek van Pascal van Hulst en het spelplezier en improvisatievermogen van beide acteurs overstijgt Kereltje gemakkelijk de doorsnee 4+-voorstelling, ogenschijnlijk zonder dat als doel te hebben.

Foto: Edwin Deen