Je gaat in je stoel ergens op rij 14 toch ernstig aan jezelf twijfelen. Want waarom moet je voortdurend grinniken, soms zelfs hard lachen om twee jongens die een bak meligheid over je heen gooien die je bij willekeurig welk ander cabaretgezelschap zou afdoen als ‘infantiel’, ‘schoolcabaret’, ‘lolbroekerij’ of ‘flauwekul’. Kamps & Kamps komen ermee weg. Omdat ze de uitvinders ervan zijn. Wie naar voorstellingen van Tim en Wart Kamps gaat, weet wat er wacht.

‘Onzin op een stokkie’ zei wijlen cabaretier Bert Klunder altijd als hij weer iets had gezien dat volgens hem niks met cabaret had te maken. De Rotterdamse tweelingbroers, sinds een aantal jaren zonder hun vriend Bor Rooyackers op het podium, hebben van die onzin op een stokkie een kunst op zich gemaakt. Soms is het superieure onzin, soms tenenkrommend vanwege de zouteloze humor en de uitvoering en vaak is het volgens henzelf ‘genant’. Het is altijd ontregelend, chaotisch en meestal zonder enige diepere betekenis.

Voor Kamps & Kamps 1 werden ze in 2010 gelijk genomineerd voor de VSCD-cabaretprijs Neerlands Hoop. Omdat ze daarin – naast de gebruikelijke krankzinnige slapstick – opvallend persoonlijker waren dan voorheen en hun relatie als tweelingbroers beter konden uitventen. Die confrontaties zijn in Kamps & Kamps 2 teruggebracht naar het niveau van de superieure en de schlemiel, de pestkop en het slachtoffer. Beetje jammer.

Het bedenken van een programma en de lol daarbij, lijkt voor beiden al voldoende bevrediging te zijn. Dat ze er behoorlijk volle zalen mee trekken, lijkt een mooi meegenomen bijzaak. Kamps & Kamps 2 laat de nachtmerrie van de kleine Wart zien: dat hij moet optrden met zijn broer Tim. Hj komt in allerlei gedaantes terecht in de talkshow van zijn broer die last heeft van grootheidswaan: als Wart zelf, als de mode-ontwerper Karl Lagerfeld en als God. Een voice-over bij een documentaire over koekjes bakken gaat zijn eigen gang, de autocue gaat veel te langzaam, ze spelen hun eigen privéversie van ‘Over de streep’  (‘please cross the line if you ever been beaten by your brother’) en het publiek krijgt weer een hilarische rol als het aan het einde de microfoon mag doorgeven en vragen mag stellen.

Ze geven zowaar ook nog wat moraal mee, aan het slot: ‘Alles wat je bang maakt, heb je zelf bedacht.’ Bij elk ander cabaretprogramma zou je dan zeggen: gemiste kans, werk dat dan beter uit! Maar Tim en Wart zijn je schoolvriendjes die in de gymzaal hun cabaretactje opvoeren: je ziet heus wel dat er van alles aan mankeert, dat sommige sketches eigenlijk nergens op slaan, maar ja… het zijn je vriendjes. Irritante gastjes, maar vaak onweerstaanbaar grappig.

foto: Merlijn Doomernik