In Duitsland is Kabale und Liebe elk jaar te zien, in theater, film en op tv. In Nederland is het decennia geleden dat Schillers ‘bürgerliche Trauerspiel’ uit 1783 werd opgevoerd. Het Zeeland Nazomerfestival gaf Frances Sanders de kans om daar verandering in te brengen. Zoals gebruikelijk in het festival gebeurt dat op een prachtige locatie: in het park van een middeleeuws kasteeltje bij Renesse.

Zelfs nu maakt de combinatie burgermeisje en hoogadellijke jongeman de tongen soms nog los, laat staan in de standenmaatschappij van Schiller. Geen wonder dat de asymmetrische liefde al lang een populair dramatisch thema is. In Kabaal en liefde zijn muzikantendochter Louise en hoge hoveling en majoor Ferdinand voor elkaar gevallen. Ferdinand is behalve verliefd een idealist die zich verzet tegen het opgelegde fatsoen van trouwen binnen je eigen hokje. Louise is angstig voor de gevolgen van hun verzet tegen de wereldorde.

Hun vaders staan hun geluk in de weg. Moeder Miller ziet de voordelen van sociale stijging, maar haar man weet dat er van zo’n ongelijke verhouding niks goeds kan komen en waakt als een leeuw over de eer van zijn dochter. Hofpresident Von Walther vindt het prima dat zoonlief met zo’n burgersnolletje vrijt, zo lang hij haar maar op tijd dumpt. Bovendien wil hij zijn maîtresse Lady Milford bij zijn zoon parkeren; hij stuurt haar een aanzoek in Ferdinands naam. Zij geldt als een concubine bij uitstek, maar als Ferdinand haar die reputatie voor de voeten werpt, vertelt zij haar smartelijke verhaal en bindt de moralist in.

Vader Von Walther wil Louise gevangen zetten, wat Ferdinand (met grote tegenzin, want tegen zijn principes) weet te verhinderen door te dreigen met de waarheid over pa’s carrière: die dankt zijn hoge positie aan een politieke moord. Vader chanteert nog beter en laat Louise een brief schrijven waarin ze Ferdinand en hun liefde belachelijk maakt, anders gaat haar vader eraan. Als ze tegenover haar amant uit angst volhoudt dat ze de brief vrijwillig heeft geschreven, is een fataal einde niet meer af te wenden.

Kabaal en liefde ziet er met het prachtige kasteeltje als achtergrond fantastisch uit; regisseuse Frances Sanders weet dankzij haar grote ervaring in het Amsterdamse Bos hoe ze locatietheater moet maken. De acteurs lopen over classicistisch-haakse paden door een strakke tuin. Net zoals de fontein zijn ze sprookjesachtig zilverkleurig, wat de tegengestelde krachten (ideaal, rechtlijnigheid en pragmatiek) in het drama mooi verbeeldt. Sanders werkte met twee gelouterde acteurs, Maarten Wansink en Doris Baaten als de ouders Miller, met daarnaast vaak interessante jonge spelers. Net zoals Baaten zijn ze mede gekozen om hun vocale kwaliteiten. Die hadden nog beter uitgebuit kunnen worden; romantische muziek speelt in de voorstelling een rol die dwingender had kunnen werken.

De confrontatie van de liefdesrivales Louise en Lady Milford (Nyncke Beekhuyzen en Sjaan Duinhoven) is het hoogtepunt van de voorstelling. Daar spatten de vonken vanaf, op een manier die je in het samenspel vaker zou willen zien. Niet alle acteurs bewogen zich op de première al helemaal soepel in hun rollen, daar liggen nog kansen. Vader Von Walther (Martijn de Rijk) is een eenzijdig slechte schoft. Dat beperkt zijn bewegingsvrijheid, al begrijp ik dat je weinig kan met zijn uiteindelijke onderwerping aan de goddelijke moraal uit het origineel.

Alex Mallems’ vertaling klinkt doorgaans fris en prettig. Vader Miller legt hij mooie wanhopig-komische tirades in de mond waar Wansink nog meer mee kan. Jammer wel van de gekozen titel. ‘Kabaal’ (meestal nutteloze drukte) is een te badinerend woord voor deze confrontatie van ideaal en nietsontziende politiek. ‘Kabale’ betekent ook intriges. Juist die zijn de verwoestende kracht in het stuk.