In zijn roman De nieuwe man ontrukte Thomas Rosenboom een prachtig stuk Groninger scheepsbouwgeschiedenis aan de vergetelheid. In dat boek beschrijft hij op magistrale wijze het conflict tussen werfeigenaar Bepol en zijn meesterknecht Niesten. Op een kenmerkend Rosenboomse wijze. Dat wil zeggen: zwaar gedocumenteerd en niet bang om de verworven kennis met de lezer te delen. Door het meeslepende verhaal heen steek je zo ook nog het een en ander op over ‘een zachte zeeg’ en ‘een heerlijk geveegd achterschip’.

Het boek kreeg vier jaar geleden een succesvolle muziektheaterbewerking op locatie. In Appingedam, waar het verhaal zich daadwerkelijk afspeelt. Diezelfde plek vormt nu het decor voor een voorstelling over een andere geslaagde Damster, de timmermanszoon Jan Brons die in 1907 een patent kreeg op een innovatie van de Dieselmotor. En ook nu steken we er iets van op.

Deze keer niet over schepen die ‘op kiel gebouwd zonder zwaarden konden zeilen’, maar over de uitvinding van de indirecte dieselinspuiting met voorkamer. Deze zogenaamde verstuiverbakmotor staat ook wel bekend als ‘de bakjesknapper’. Opdat u het even weet.

Deze kennis wordt met ons gedeeld door de geest van Jan Brons zelve, opgeroepen door de hypernerveuze dertiger Winnie, na het overlijden van haar vader. Twee lange jaren heeft ze voor hem gezorgd, zichzelf wegcijferend. Zoals ze dat eigenlijk haar hele leven heeft gedaan. En nu staat ze er alleen voor. Haar enige hoop is de trekker die vader heeft nagelaten, een klassieke Brons. Als deze echter blijkt te worden nagelaten aan haar jongere broer dreigt haar wereld in te storten.

Maar dan verschijnt Jan Brons (een heerlijke rol van Arno van der Heyden) ten tonele, met twee lieve vleugeltjes aan zijn schouders. Wat volgt is een heerlijk verhaal over vallen en opstaan, list en bedrog, twijfel en doorzettingsvermogen. Het levensverhaal van Jan Brons wordt subtiel verweven met de verwikkelingen van Winnie, haar broer Jacco en zijn vrouw Sophie. Al zijn pogingen Winnie over haar onzekerheid heen te helpen illustreert beschermengel Brons met voorbeelden uit zijn eigen levensgeschiedenis.

Lotte Dunselman is de gedroomde vertolkster van Winnie. Ze staat strak van de zenuwen als ze een speech moet houden op haar vaders begrafenis. Dat uit zich in een reeks kleine tics. Ze stottert, maakt kleine handenklapjes om haar nervositeit onder controle te krijgen, loopt een rondje. Niets baat. Kotsend verlaat ze haar plek achter het katheder.

Gaandeweg herpakt ze zich en blijkt ze onvermoede kwaliteiten te bezitten. Zoals het repareren van een motor. Natuurlijk, af en toe is er een terugval en dan zoekt ze bescherming in haar feloranje huishoudhandschoenen. Maar dan is Brons nooit ver weg. Hoe kun je nu een motor repareren als je hem niet voelt? Uit die handschoenen!

Regisseur Lies van de Wiel heeft van Jan Brons is terug! een verrukkelijke muziektheatervoorstelling gemaakt, gelardeerd met een schat aan visuele grapjes. Een hoogzwangere buik die dient ter ondersteuning van een zware plant, een Jan Brons die het orkestje tekstloos souffleert. Het decor is even ingenieus als doeltreffend: vier enorme raderen vormen de speelvloer. Gans dat raderwerk gaat draaien als er één in beweging wordt gezet. En net zo vloeiend als die beweging, zo vloeit de voorstelling. Met puike sfeermuziek, met liedjes die beklijven, met een enorme dosis speelplezier.

Op naar Appingedam!

Foto: Willem van der Velde