Decor, kostumering en speelstijl tonen treffende gelijkenis met een van de beroemdste films van het Duitse expressionisme, Das Kabinett des Doktor Caligari (1920). Hetzelfde diepe perspectief, de weglopende lijnen van de muren en vooral de plastische maskers, alles ontworpen door Dieuweke van Reij, roepen een andere tijd op dan die van nu. Dit gaat over de voorstelling Isolement door het gezelschap de Fantasten.

De makers noemen Isolement zowel een ‘dansante tragikomedie’ als een ‘fysieke muziektheatervoorstelling’. Ingewikkeld genre. De muziek, gecomponeerd door Martijn Konijnenburg, begeleidt de gehele voorstelling op een bezwerende, hypnotiserende manier. De drie dansers Marle Brouwer, Marie Groothof en Jorrit Ruijs bewegen zich minutieus precies en daardoor prachtig op de repetitieve klanken van Konijnenburgs compositie. De choreografie van Annabelle Lopez Ochoa en de regie van Titus Tiel Groenestege maken van Isolement een ongewone toneelervaring.

Aanvankelijk lijkt het of de drie spelers, wier gezichten schuilgaan achter de maskers, een synchroon toneelspel opvoeren. Het zou een gezin kunnen zijn van vader, moeder, kind. Ze bewegen gelijk op, wiegen heen en weer in de ruimte, gaan als in een ritueel aan tafel, naar bed, staan op. Vader naar het werk. Die routine krijgt op boeiende wijze vorm; sleur als fascinatie. De zorgzaam redderende moeder van Marle Brouwer, de ijzige vader van Jorrit Ruijs en het opstandige, hoekig acterende kind dat Marie Groothof vertolkt zijn in die benauwende ruimte op elkaar aangewezen.

Maar geleidelijk ontstaan er scheuren en breuken in de drieëenheid. De drie rode emmers, die een intrigerende rol spelen, hebben de functie van een alarmsignaal in dit overwegend grijzige decor. De zoon begint dreigend op een van die emmers te trommelen, alsof hij wil aangeven dat hij niet langer in dit griezelkabinet gevangen wil blijven maar zijn hart wil volgen. Rood duikt plotseling op in de jurk en schoenen van Marle Brouwer. Ook zij, de moeder, zou willen breken met de sleur. Maar ze is daartoe niet bij machte en keert terug naar het noodlottige grijs van altijd.

Eenzaamheid en isolement zijn, inderdaad, de sleutels tot deze voorstelling. Hoe dicht op elkaar de spelers zich ook bevinden, van contact is nauwelijks sprake. Alleen als het drietal op bed ligt – de zoon in andere richting dan vader en moeder – dan zoekt de hand van moeder heel subtiel de hand van de jongen. Dat is een mooi en gevoelig moment in deze voorstelling zonder enig ‘aanrakingsmoment’. Strak en hardvochtig blijft ieder op afstand van de anderen; allen beschikken over een eigen deur waardoor ze afgaan en opkomen. Alsof ze niets met elkaar te maken willen hebben.

Heel geleidelijk neemt de dramatiek toe. De opstandige zoon ontpopt zich als een ijzingwekkende spookverschijning of inbreker met reusachtige handen die als schaduwen over de muur glijden. Ook dat is helemaal in de sfeer van Het kabinet van doctor Caligari. Deze verwijzing moet goed begrepen worden: het is een aanbeveling, een aansporing om Isolement te gaan zien. Weinig voorstellingen zijn zo afwijkend van het overgrote aanbod als deze.

Foto: Martin Dijkstra