De expositie In Void combineert een aantal bestaande installaties van Kris Verdonck met drie nieuwe werken. Oude en nieuwe multimediale technieken gaan een dialoog aan met elkaar. Het resultaat is een merkwaardig spookhuis van beelden en vooral ook geluiden, waarin Verdonck poogt de menselijke destructiedrang vorm te geven.

Als we in de zaal van de Brusselse Kaaistudio’s stappen, ligt daar een plateau van donkere stenen. Op het plateau danst een apparaat dat doet denken aan de drilmachines waarmee stratenmakers werken. Dancer #3 is een installatie van Verdonck uit 2011, waarin een robot al stuiterend rechtop probeert te blijven staan. Het is een intrigerend schouwspel, dat we mogen waarnemen op een officiële publiekstribune en met een summiere spot wordt opgelicht. Steeds als het apparaat omvalt wordt het opgehesen door kabels, om daarna vol optimisme weer een nieuwe poging te ondernemen. In een hoek achter het podium geeft een stille getuige, Pellet (2010) geluidloos commentaar. Het is dat een pijl ons de wegwijst, anders hadden we de megagrote verstopte bal niet eens opgemerkt. Om de hoek van de zaal, in een opslagruimte, passeren we Mouse (2010), een projectie die inzoomt op een muizenval.

De aankondiging van In Void beschrijft een huis, dat we betreden met een code. Waren we maar alleen in dit huis, dat zou de beleving van In Void vele malen intenser maken. De volledig autonoom opererende kunstwerken in het parcours dat Verdonck uitwerkte in de studio’s van het Kaaitheater in Brussel, creëren een bijzondere intensiteit. In elke hoek – ook daar waar niets te zien is – neem je de sfeer waar dankzij de geluiden die doorklinken in het gebouw. Ze gaan zelfs met elkaar aan de haal. Vooral in het trapgat van de Kaaistudio’s komen ze samen. Zo kan het zijn dat de giechelende speelgoedhondjes van Monster plots reageren op het versterkte geluid van een dichtklappende muizenval, terwijl er tussen de twee installaties toch twee of drie verdiepingen zijn. De ontmoeting met levende mensen leidt de bezoeker vooral af van dit fascinerende geluidsspel.

Het werk van Verdonck zoekt dikwijls de duistere kant op van de mens. Dat is voelbaar in de begeleidende tekst, die soms ook een handicap is. Wat we zien of meemaken in de beleving van dit parcours, is tenslotte aan onszelf en ook persoonlijk. Hyperkapitalisme, vervuiling en vernieling; Verdonck’s kritische kijk op de wereld dringt door in de teksten. Wellicht is de context ook drijfveer geweest. De expositie stond in het teken van Burning Ice, een Europees project dat een relatie legt tussen kunst, ecologie en de toekomst.

Dat de menselijke performer ontbreekt in de expositie is niet nieuw in de ontwikkeling van Verdonck, die het snijvlak van theater en beeldende kunst altijd expliciet opzoekt. Uiteindelijk leunt In Void – volgende maand ook te zien in Rotterdam tijdens Festival De Keuze – toch op de kracht van elk individueel ‘performatief’ kunstwerk. Zo gaat van de drie hangende sousafoons een rustige treurigheid uit en vat een nieuw object van Verdonck, een soort bloemachtige vulva die zichzelf uit- en weer oprolt, het ritme van een eeuwigdurend leven mooi samen. Het is maar wat je erin ziet. De schoonheid van die installatie is ook hoopgevend en zo toont In Void, net als veel werk van Verdonck, vooral de paradox tussen schoonheid en destructie.

Foto: J. Ellwood