Het valt niet mee om jong te zijn. Driehoeksverhoudingen maken het allemaal nog onoverzichtelijker. In (in) Koud Water zien we drie jonge mensen worstelen, stuiteren en alle fouten maken in de liefde die er maar te maken zijn. Maar zonder dat ze irriteren of als dartele veulens kunnen worden weggezet. En dat is wel een compliment waard.

Hannah van Wieringen baseerde het stuk op een roman van Michael Cunningham en die roman maakte  grote indruk op regisseur Marcus Azzini. Boek en stuk staan in de traditie van andere stukken waarin jongeren met het leven en driehoeksverhoudingen worstelen, zoals de films Jules et Jim en Cabaret. (in) Koud Water speelt in de jaren ’70 en ’80. Muziek uit die tijd en verwijzingen naar Woodstock en AIDS zijn nadrukkelijk aanwezig.

De jonge en toch ervaren spelers zijn perfect gecast. Judith van den Berg speelt eerst moeder en dan Claire, een vrouw tussen twee zoekende en elkaar vindende mannen. Ze speelde verleden jaar precies eenzelfde rol in het stuk Showbizzbaby en wist daarmee dat stuk enigszins te redden. Nu krijgt ze uitstekende tegenspelers: Reinout Scholten van Aschat speelt prachtig de autistische Bobby en Matthijs van de Sande Bakhuyzen bijna even goed de ongedurige en niet snel tevreden Jonathan.

Maar behalve het goede acteren doen ook het boek, het script en de regie de duimen omhoog gaan. Het oeverloze gelul, de borden voor de kop en de ijdelheden van sommige jongeren die op zoek zijn naar het Geluk en het Ware Leven blijven ons bespaard. Snelheid, soms afgewisseld met een paar seconden verstilling, een tekstbehandeling die je als kijker bij de les houdt en de ontluikende levenswijsheden naast de ontluikende tederheden houden de aandacht vast en de moed erin.