Er moet toch meer zijn dan dit? Onder andere die vraag drijft de stellen het buitenland in, in het tv-programma Ik Vertrek. Ook Kiki en Jan worden aangevuurd door die permanente onvrede met het hier en nu. Ze hebben het gehad met dat eeuwige zzp’en in de theatersector. Waarom zouden ze eigenlijk geen pension beginnen in Zuid-Frankrijk?

Trio Groenteman & Vrouw stond eerder op Theaterfestival Boulevard met de voorstellingen Als je mij maar nooit vergeet en Op zoek naar junkie Yamilla. Dit jaar brengen ze Ik Vertrek – de musical. De liedteksten zijn geschreven door broederlijk duo Jan en Keez Groenteman. Voor de zang en het spel komt daar theatermaker Kiki Jaski bij, die in het echte leven de vrouw is van Jan Groenteman.

Een aantal clichés uit Ik Vertrek komt onverholen voorbij. Op het afscheidsfeestje praat broer Keez alle hoop op succes de grond in: in Nederland is er Wilders, maar in Frankrijk is er Front National; de dubbele lasten zijn vast erg vervelend nu het huis in Nederland nog altijd niet verkocht is; zal dochtertje Koosje haar draai wel kunnen vinden op de Franse school? Ook spreken Kiki en Jan natuurlijk de Franse taal niet: oei oei, onhandig. En uiteraard valt het licht een keer uit – ‘Schatje, waar zit de hoofdschakelaar?’ On top of everything: als dochter Koosje voor het eerst naar school gaat, begint moeder Kiki ineens aan alles te twijfelen. Er moet toch meer zijn dan dit?

De kracht van de tv-serie Ik Vertrek is de quirkyness van de personen: zoals Marchien, de latente homoseksueel, die de kastdeur nog slechts op een kier had staan, terwijl het kijkerspubliek die kast al wagenwijd voor hem had opengetrokken. Of het gezin dat een varken als gezinslid had, met een eigen kamer en al. Die biografieën ontbreken bij Kiki en Jan. Ze spelen een karikatuur van de serie en missen daarmee gelaagdheid. Het maakt de voorstelling truttig.

Spannend wordt het even als Kiki bij een hitsige Franse buurman naar binnen wordt gevraagd. In die scène wordt in haar subtiele mimiek duidelijk dat ze over prachtig spelpalet beschikt; ineens is ze schuchter met een verongelijkt randje. Jammer alleen dat dat spelpalet zo onderbenut blijft in de voorstelling.

De liedjes zijn netjes gezongen, met een vrolijke swing, maar ze zijn weinig verrassend. Als de broers hun afscheidslied zingen – ‘Ik zie ons nog als kleine jongens’ – dan wordt die weeïge melancholie later nog eens overgedaan in een lied van Kiki over haar dochter – ‘Nog altijd zie ik hoe ze in mijn armen lag op die eerste dag’. Zonder ergens een bite in de nummers blijft het bij loze tranentrekkerij. Het ‘bitterzoet gemis’ wordt dan suikerzoete overdaad.

Dat het trio Groenteman & Vrouw veel in huis heeft is duidelijk. Wellicht volgend jaar een voorstelling met wat meer durf en een kinky randje. Dan kom ik zeker terug.