Aan het woord een volwassen vrouw en een tienerjongen die worstelen met hun pedofiele gevoelens. Toneelschrijver Simon Weeda heeft met Ik vertel het graag zo een beladen onderwerp genomen, waarover in het maatschappelijk debat vaak geen plek is voor een genuanceerde benadering.

Saskia (Anke van ’t Hof), een vrouw van middelbare leeftijd loopt gehaast en wat rusteloos door de zaal. Ze richt zich vol overgave tot het publiek met haar verhaaltjes over ‘tante hamster’ die in zomervakanties veel tijd doorbrengt met ‘kleine muis’. Samen zwemmen, samen spelen, samen stoeien en samen zonnen. De dierenverhaaltjes zijn ‘allemaal fictie’, legt Saskia uit aan haar toehoorders, de deelnemers van de gespreksgroep voor pedofielen. Maar, benadrukt ze, er wordt wel een echte boodschap in verteld: er is niets mis met verliefdheid.

Omringd door computerschermen probeert de gefrustreerde achttienjarige Niels (Tom van Kalmthout) ook om te gaan met zijn pedofiele gevoelens. In tegenstelling tot Saskia die haar verhaal aan de buitenwereld vertelt, sluit hij zich boos op in zijn kamer en verzet hij zich tegen zijn gevoelens. Zijn toevlucht zoekt hij op het internet, waar hij alles (‘en dat is veel’) leest wat daarop is verschenen over pedofilie. Hij is actief op fora en komt zelfs in de verleiding het DeepWeb, een verborgen deel van het internet, op te gaan.

Natuurlijk komt Niels ook websites tegen die lijsten met adres, woonplaats en beroep publiceren van vermeende pedofielen; jagers noemt hij de mensen die zo de privacy van anderen schenden. Niels heeft een overlevingsstrategie ontwikkeld om zijn probleem onder controle te krijgen: op de dag dat hij achttien wordt, en dus volwassen, laat hij ‘de hele zooi’ weghalen. Het wordt schrijnend als zijn schreeuw om hulp stuit op het onbegrip en de onwil van zijn dokter. ‘Die lul haalt zijn schouders op en dat was het.’

De in elkaar gevlochten monologen, in de regie van Albert van Andel, lijken in eerste instantie niet veel gemeen te hebben, maar raken elkaar soms wel: zo zet Saskia bijvoorbeeld achteloos een kopje thee neer voor Niels. Het versterkt subtiel de relatie tussen de twee monologen. Het sterke spel van Van ’t Hof en Van Kalmthout leidt je, soms net iets te letterlijk, langs de vele emoties, standpunten en zienswijzen over dit onderwerp. Niels vertelt zijn verhaal, de perverse gevoelens waar hij mee worstelt, zijn afkeer hiervan, de problemen waar hij tegen aanloopt en de woede die hij ervaart. Saskia brengt haar ervaringen, het gebrek aan respect voor privacy, de volkswoede en haar strijd om begrip voor het voetlicht.

De worstelingen van de achttienjarige jongen en een vrouw van middelbare leeftijd maken slim duidelijk dat mensen met pedofiele gevoelens niet in een hokje zijn te plaatsen. Ik vertel het graag zo geeft geen oordeel, maar toont indringend dat pedofielen ook gewoon mensen zijn.

Foto: Ben van Duin