Het is een echt Ted van Lieshout-verhaal waarmee Theaterorkest Max Tak de komende maanden door het land tourt. Ik ben een held heeft die plezierige mix van realisme, overdrijving en het soort humor dat het goed doet bij zowel kinderen als hun ouders.

Twee acteurs (Rogier van Erkel en Mark van der Laan) spelen een laconiek jongetje en zijn niet zo heldhaftige ‘pap’. In een episodische voorstelling – het boek bestaat uit drie hoofdstukken, de theatervoorstelling daardoor ook – krijgt de zoon keer op keer de kans zijn vader te tonen hoe heroïsch hij is. Van Erkel speelt het jochie energiek en ontwapenend in zijn blauwe streepjespyjama met kaplaarzen en trainingsjack, terwijl Van der Laan een mooie, niet-stereotype vader is en Gerard de Bruyne op een overheadprojector de overige personages tot leven tekent.
Eerder bewerkte het Amsterdamse muziektheatergezelschap Van Lieshouts boek Ik en de koningin met een geweldige Lottie Hellingman in de hoofdrol. Zo overrompelend als die voorstelling was, is Ik ben een held niet geworden. Daarvoor is het spel niet uitzonderlijk genoeg, de vormgeving te rommelig en de zang soms wat vals. Maar innemend is dit muzikale heldenverhaal wel, met de nieuwe vis als huisdier die een haai blijkt te zijn en een bloot spook onder het bed dat daar uit schaamte voor zijn naaktheid niet onderuit durft te komen. Kinderen zitten op de punt van hun bankjes en roepen enthousiast wat ze zien (‘een haai!’ ‘een piemel!’).
Van Lieshout, die met een lied uit Ik en de koningin een paar jaar geleden de eerste Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied won, schreef opnieuw een aantal lekker in het gehoor liggende liedteksten die door Tony Overwater op muziek zijn gezet en door zes musici met veel enthousiasme worden gespeeld. Max Tak wil kinderen op een laagdrempelige manier in contact brengen met klassieke muziek en met een smeuïg, humoristisch verhaal als Ik ben een held waar de musici opgewekt doorheen stampen, lukt dat uitstekend.

(foto: Leo van Velzen)