Wat gebeurt er als een regisseur die bekend staat om zijn filmische ensceneringen van theaterklassiekers een film bewerkt? In Husbands and Wives blijft Simon Stone zeer dicht bij het bronmateriaal van Woody Allen, waardoor het stuk wat gedateerd aanvoelt.

Op het Holland Festival van 2014 was Thyestes te zien, een bewerking van de gelijknamige Griekse tragedie door de Australische regisseur Simon Stone. Het stuk viel op door de rigoureuze adaptatie, waarin hypermoderne, alledaagse dialogen in Tarantino-stijl werden afgewisseld met plotseling, gruwelijk geweld. Bovendien nam Stone een loopje met de chronologie van het stuk, waardoor de focus kwam te liggen op de centrale gruweldaad en de ijzingwekkende waanzin die daaraan ten grondslag ligt.

Vorig jaar strikte Toneelgroep Amsterdam Stone voor een bewerking van Medea die qua stijl veel gemeen had met zijn Thyestes. Nu is er dus Husbands and Wives, een toneelversie van de gelijknamige film van Woody Allen. In het stuk staan twee stellen centraal, die worstelen met de vraag of ze nog wel bij elkaar moeten blijven. Het is een typische Allen-komedie, waarin intellectuele personages het zichzelf en hun omgeving juist vanwege hun eindeloze introspectie flink moeilijk maken.

Het is een genot om de acteurs van Toneelgroep Amsterdam, die zo vaak alleen maar in het topzware drama van Ivo van Hove te zien zijn, eens expliciet komische rollen te zien spelen. Stone moedigt zijn acteurs aan om groot spel te geven, wat uitermate goed aansluit bij de geestige dialogen. Vooral Ramsey Nasr en Halina Reijn genieten er zichtbaar van om in de rollen van filmacteurs Woody Allen en Mia Farrow flink uit te pakken.

Het is alleen de vraag waarom Stone het nodig achtte om Husbands and Wives vrijwel ongewijzigd naar het toneel te vertalen. De film staat bol van de plotlijnen en ideeën die anno 2016 extreem oubollig aanvoelen: de nadruk op het huwelijk als bezegeling van een relatie, de buitenechtelijke affaires met studentes, de mislukte schrijver die hoogleraar is geworden en stiekem aan een manuscript schrijft; zelfs in 1992 was dit al geen vers materiaal meer, laat staan 24 jaar later. Auteur Rik van den Bos heeft al meerdere teksten op zijn naam staan die getuigen van een scherp inzicht in de hedendaagse mens; het is een gemiste kans om hem zo’n hondstrouwe bewerking te laten schrijven.

Bovendien verslikt Stone zich in zijn materiaal als hij tegen het einde van de voorstelling de tragedie opzoekt. De personages in Allens script zijn niet serieus te nemen vanwege hun zelfdestructieve egocentrisme en lenen zich daarmee goed voor een venijnige satire – dit is dan ook de strategie die Stone en zijn acteurs voor het grootste gedeelte in stelling brengen. Na zo veel kolder is het echter te veel gevraagd om met de echtelieden mee te leven als ze met krokodillentranen in hun ogen uit elkaar gaan.

Het is een raadsel waarom de regisseur het bij deze filmbewerking niet heeft aangedurfd om net zo radicaal met het materiaal om te gaan als bij zijn repertoirestukken. Hoewel Husbands and Wives qua regievondsten en spel uitstekend is uitgevoerd, is het stuk te gedateerd om nog iets meer te zijn dan een zeer vermakelijk avondje uit.

Foto: Jan Versweyveld