Een verkenning van het onbekende, dat is de theatrale performance Mijn huis, de rest van de wereld en daarbuiten. Judith Nab combineert de creativiteit van kinderen en wetenschappers met een prachtige vormgeving en een goed gevoel voor dosering. Mijn huis… wacht een mooie toekomst.

‘Het belangrijkste bevindt zich in het heelal’, vindt Nikola Hristov. Hij begint met een quark en wijst ons meteen de weg. ‘Ik was helemaal uitgeput, dus toen heb ik eerst een dutje gedaan op een wolk. Toen ben ik verder het heelal ingevlogen. Daar heb ik een wandeling langs alle planeten gemaakt en toen ben ik onze Melkweg uitgelopen naar een andere Melkweg die de vorm had van een hart.’

Nikola van negen uit Frankfurt is een van de kinderen aan wie Judith Nab heeft gevraagd mee te fantaseren over de drie grote onontdekte gebieden die er nog over zijn: het heelal, de diepzee en het binnenste van de aarde. Het inmiddels flink uitgedijde project begon met de dochter van een vriendin die een club oprichtte met twee huisregels: alles is mogelijk en fantasie is waar.

Na een korte inleiding checkt de theatermaakster zelf of het explosieknopje aan staat en dan mag het publiek de zaal in die De Veste heeft gereserveerd voor de installatie. Het Delftse Theater is vlak voor de zomer altijd op zijn best, met een verrassende programmering. Er kunnen een man of dertig in het huis, maar door in twee weken een kleine zestig voorstellingen te spelen (waarvan meer dan de helft voor schoolklassen), is er toch heel wat plek.

In een geanimeerd bos met hertjes en opvliegende vogels staat een gazen huis. Na een tijdje mag je daarin gaan zitten. Vanuit zo’n aangename en veilige omgeving is het goed denken en fantaseren, en dat gebeurt volop.

Het heelal spreekt het meest tot de verbeelding. Ties van Meegen (9) uit Leiden wil vliegen op gedachtenkracht; daar is een speciale helm voor nodig. Terwijl je de korte interviewtjes hoort en binnen de kinderen op een tv’tje ziet, zie je door de muren van het huis heen op de schermen om je heen dat wat ze gefantaseerd hebben werkelijkheid worden. Dat gebeurt met tekeningen van kinderen en Judith en haar vader Dirck Nab, animaties (Peter Wassink) en videobeelden (Tessa Janssen), ondersteund door een soundscape van Simone Giacomini en Jacob ter Veldhuis. Naast de kinderen krijgt de eerste astronaut die op de maan landde een rol, net als internationaal vermaarde wetenschappers. Ze vragen zich af waar we vandaan komen, of we alleen zijn in het universum en hoe de toekomst eruit ziet. Hoewel Matthias Nab (12) volwassenen recht vindt denken en kinderen in kronkelweggetjes, is de zeegeoloog Helmut Weissert uit Zürich het niet met hem eens: ‘Ik denk dat wetenschap zonder creativiteit geen wetenschap is.’ En de Delftse vulkaandeskundige Manfred van Bergen weet dat de ideeën komen als je alle bloemen laat bloeien en niet alleen de zonnebloem eruit pikt.

Nab werkte eerder in Duitsland, Zwitserland, Leiden, Leeuwarden en Otterlo. Dat leverde natuurlijk veel meer materiaal op dan in de voorstelling past; het boek over het project biedt extra ruimte. Het knappe is de manier waarop kinderen (8-12, zegt het programma, maar dat kun je best ruimer nemen) en volwassenen in drie kwartier geprikkeld worden, maar niet overdonderd. Dat er wezenlijke vragen gesteld worden, maar dat je niet met alleen vraagtekens het bos wordt ingestuurd. Voeg daar het spectaculaire beeld- en geluidmateriaal bij, en het is duidelijk dat de installatie op elk festival een succes kan zijn. Er zijn al Engelse en Duits versies.

Nou, vooruit, nog een bijdrage dan, van Olga Schaffner uit Zürich:
‘Als je denkt, doe je dat in je hoofd,
dan is dat het denken dus.
Je kan ook wel fantasie denken,
je kan ook rekensommen denken,
je kan eigenlijk alles denken,
je kan je alles voorstellen.
Maar dat is toch nog wat anders dan fantasie.
Omdat fantasie heel snel komt,
heb je het niet voorbereid.’