Het rimpelt of jeukt, golft en rekt. Onze huid is de laatste grens tussen lichaam en wereld, soms het meest dichtbij dat je, met een aanraking, kan komen. Een wat onderschat zintuig is het misschien: dat velletje dat kan voelen, ons bij elkaar houdt en scheidt van de buitenwereld. In samenwerking met Slagwerk Den Haag krijgt het van Schweigman&, eindelijk, een welverdiende ode.

In Huid laat regisseur Boukje Schweigman haar vergrootglas, onderzoekend, over de lijven van haar spelers glijden. Performers Toon Kuijpers, Kenzo Kusuda, Francesca Lazzeri en Rosanna ter Steege zijn de belichaming van dit experiment. Met de indrukwekkende composities van Arnoud Noordegraaf ontstaat een slinger scènes, waarin slagwerkers Pepe Garcia, Niels Meliefste en Fedor Teunisse de spelers omvormen tot hun instrumenten. Mens wordt dan lichaam, een instrument van huid en de botjes die daaronder verstopt zijn. Speelbal in handen van de muzikant.

De performers buitel-stuiteren in woordeloze scènes over het toneel of zitten doodstil, als vingers over hun huid wandelen. Alsof ze zeggen: is dit lijf niet altijd een instrument, zachtjes ademend of driftig hijgend – opgeleukt met kleding en haardracht misschien, maar uiteindelijk altijd een middel? Een kwetsbare verpakking? Het zakje van waaruit wij de wereld bekijken en bewandelen? We zijn verweven met onze huid, kijken gekwetst op als iemand een tikje geeft tegen die buitenkant, maar krabben geërgerd als er iets jeukt. Wij zijn het, onze huid, en soms toch ook weer niet.

Deze voorstelling kruipt niet alleen onder je huid, maar ook in je hoofd. In intieme of juist uitgesproken heftige scènes, raken spelers en slagwerkers vervlochten, neemt de muziek in volume toe en dooft het licht, verschuift de focus en worden lichamen heel even weer mens. Een fascinerende – en soms onverwacht komische – trip, rakelings langs huid en haar.

Foto: Sofie Knijff