Een mooi programma, de Hommage aan Rudi van Dantzig die Het Nationale Ballet aan zijn voormalig artistiek leider bracht. Weliswaar niet helemaal representatief – weerbarstige werken als Monument voor een gestorven jongen of een van zijn latere, maatschappijkritische werken ontbraken – maar zonder meer mooi. Met name het weerzien van Vier letzte Lieder (1977), een ballet waarin de dood rondwaart als een zachtaardige engel waaraan een mens zich zonder angst kan overgeven, was bijzonder nu de schepper van dit ontroerende ballet zelf is meegevoerd naar gene zijde.

Uiteraard was er een kort welkomstwoord door artistiek directeur Ted Brandsen en een klein portret, een collage van archiefbeelden en korte interviews, door Altin Kaftira tot een sterke en sfeerrijke eenheid gemonteerd. Het creëert een beeld van Van Dantzigs gedrevenheid in de studio: zijn ogen vurig en beheksend, de blik omhoog, dansers opzwepend, voortduwend, meetrekkend. En een beeld van de verglijdende tijd: vroege beelden van Van Dantzig als danser, prachtige beelden van een breed lachende artistiek leider in volle bloei, aangrijpende beelden van de ouder geworden choreograaf, de weelderige haardos door tijd en ziekte uitgedund, zijn inspirerende kracht onaangetast.

Of het de speciale gelegenheid was die haar inspireerde of niet, Voorbij gegaan kreeg van Anna Tsygankova de mooiste vertolking ooit. Kwikzilverachtig en exact, alles in een rond legato verbonden en met een muzikaliteit die de volle kwaliteit van het als een klassieke grand pas de deux opgezette duet tot zijn recht doet komen. Tegenover deze warmbloedige lyriek stak partner Josef Varga wat bleekjes en bijna stijfjes af.

Ook in de andere stukken was sprake van aanzienlijke verschillen. In de vierde akte van Het Zwanenmeer dwaalde de blik regelmatig van de solisten weg naar Sébastien Galtier, die een ijzersterke ‘angry bird’ Von Rothbart danste. In Van Dantzigs debuutballet Nachteiland dirigeerde Nadia Yanovsky als een onverbiddelijk Über-Ich de zoekende Roman Artyushkin en in Vier letzte Lieder viel, naast de onberispelijke Larissa Lezhnina, vooral Remi Wörtmeyer op, een elegante, muzikale danser met grote potentie.

Een mooie avond dus, een waardig eerbetoon. Toch zou het een interessant experiment kunnen zijn – bijvoorbeeld met studenten van de balletacademie – zo’n groot, oud, ‘dominee-van-de-dans-ballet’ op te halen. Vooral in deze tijden van crisis, Occupy en indignados zouden die ineens wel eens verrassend actueel kunnen blijken.

(foto: Tamas Nagy)