Hiphop is al jaren een populaire dansvorm onder jongeren en professionals in Nederland, maar de verbinding met jongere kinderen wordt nog niet zo vaak gezocht. Honey Eavis, al jaren werkzaam bij Don’t Hit Mama als danser, maker en docent, laat met haar voorstelling Hip hop hoera (4+) zien dat hiphop ook bij jongere kinderen goed aanslaat.

In Hip hop hoera stellen Steven Lima, Stefan Seedorf en Junadry Leocaria zich aan ons voor en zien we hoe ze elkaar leren kennen door middel van hun dansvorm: hiphop. Het scherm op het toneel toont een projectie van een stereotoren en heeft twee doorkijkluiken. Samen met een oude stoel, een kist en tape in de vorm van een hink-stap-sprongspel op de vloer is het toneelbeeld een speelse mix van binnen en buiten, oud en nieuw. Van kleine bewegingen, zoals het schudden van een hand of het wijzen naar iemand, maakt Lima popping- en lockingbewegingen. Dit is niet alleen een leuke kennismaking met hiphop, maar laat ook gelijk zien dat de dansstroming is voortgekomen uit alledaagse bewegingen.

Eavis heeft meer typische hiphopelementen slim in de voorstelling verwerkt, bijvoorbeeld in een wedstrijd tussen Leocaria en Seedorf: de beste James Brown-imitator (een van de belangrijkste inspiratiebronnen van de hiphop) is de winnaar. Zo laten ze de kinderen zien hoe je je vaardigheden toont, wat het verschil is tussen jij en ik en hoe concurrentie eruitziet. Daarnaast leveren de snelle voetbewegingen – die Brown kenmerkten – in combinatie met de gelaatsuitdrukkingen van de dansers ook erg grappige momenten op.

De facetten ‘ik, jij en wij’ zijn de leidraad voor Hip hop hoera. Hiphop bevat veel kenmerken die daarmee te maken hebben: ‘wij’ als een crew of community, ‘ik’ in de vorm van je eigen identiteit vinden in bewegingen en ‘jij’ als tegenstander/uitdager/iemand met andere skills. Door middel van hiphop ontdekken de drie dansers de gelijkenissen en verschillen in elkaar.

Er wordt niet alleen gedanst. Extreme gelaatsuitdrukkingen, kleurrijke kleding, doorkijkluiken en verschillende projecties op de wand zorgen voor een veelzijdigheid en extremiteit die goed aanslaat bij kinderen vanaf vier jaar. Dit zorgt voor verrassingen en nieuwe impulsen. De soms bewegende beelden op de wand hebben vaak een belangrijke rol in de scène, zoals beelden van een game die de bewegingen van de dansers verduidelijken of een animatie die erg lijkt op Eavis zelf, die regelmatig verschijnt om de muziek aan te zetten of de scène een duwtje in een bepaalde richting te geven.

Maar hoe langer de voorstelling duurt, hoe meer de energie verslapt. De gecreëerde situaties, zoals een ruzie, worden door de dansers minder scherp uitgespeeld en het toneelbeeld levert geen nieuwe verrassingen op. Dit heeft hetzelfde effect op de aandacht van de kinderen. De voorstelling eindigt zonder climax, die wellicht de verslapping had kunnen goedmaken.

Ondanks het teleurstellende einde toont Eavis met het grappige Hip hop hoera dat hiphop ook een hele geschikte dansstroming voor jongere kinderen is.

Foto: Jean van Lingen