De klik waarmee de man in het zwart een bierblikje opentrekt, heeft iets ijzingwekkends. Het geluid is hard, fel. Het toneelbeeld is geheel in diepzwart en lichtgrijs. Een man met hoed, lange zwarte jas. Vlak ervoor klonk door de luidsprekers, terwijl de roodfluwelen theatergordijnen nog dicht zijn, de stem van Job Cohen, burgemeester van Amsterdam: ‘André Hazes doopte zijn pen in zijn hart, en schreef met behulp van het rijmwoordenboek zijn levenslied.’

De openingsscène van de musical Hij gelooft in mij over de opkomst en deconfiture van volkszanger André Hazes is getoonzet in mineur. Dat is gewaagd. Beginnen met de dood en er uiteindelijk mee eindigen, mee moeten eindigen, is niet echt des musicals. Dit ontroerende, gezongen levensverhaal heeft een sterk dramatische inslag, waarvan in het begin het noodlottige einde al vastligt. Alsof het een klassieke tragedie is.

Dat neemt niet weg dat scriptschrijvers Frank Ketelaar en Kees Prins een volkomen invoelbare en zelfs spannende dramatisering hebben gemaakt. In de regie van Ruut Weissman volgen de 41 korte scènes elkaar in hoog tempo op met opmerkelijke herhalingen. Zo plukt Martijn Fischer in de rol van Hazes telkens weer een bierblikje uit een reusachtige koelkast, opnieuw die ijzige klik, en aan het slot staat die koelkast juist op de plek van Hazes’ met bloemen bedekte kist, op de middenstip in de Arena.

Verrassend is de beslissende rol die Rachel Hazes krijgt toebedeeld, vertolkt door Chantal Janzen. Zij is het dramatische personage dat de zelfdestructie van de volksheld probeert te bezweren, maar daar uiteindelijk niet in slaagt. Het is een moeilijke rol en het getuigt van eerlijkheid van script en regie dat Rachel niet altijd een glansrol krijgt toebedeeld. Janzen geeft van Hazes’ derde vrouw een integere vertolking. Veelzeggend detail is dat haar afkeer van alcohol een steeds prominentere rol gaat spelen. Haar goedbedeelde reddingspogingen zijn vergeefs: de drankzucht van haar idool gaat terug tot zijn vroegste jeugd. Vader was ook al verslaafd, vader sloeg de jonge André, vader gaf zijn zoon nooit enige blijk van waardering. Nachtmerrie-achtig uitgebeelde scènes, vol rook en pathos gebracht, tonen de angsten van Hazes en laten meteen zien hoe hopeloos Rachels strijd is. De liefdesduetten van Jansen en Fischer hebben een schrijnende toon: ze getuigen van een diepe maar onmogelijke liefde.

Martijn Fischer als Hazes is geweldig; zijn stem, houding, mimiek, het bozige en gekwetste. En ook de prachtig gespeelde balans tussen angst en zelfovertuiging. Uiteindelijk wint de wanhoop het, want Hazes zonder zang is een Hazes zonder levensdoel, zonder toekomst. Geleidelijk werpt deze tragiek een schaduw over de roem van de held. Fischers speelstijl klopt helemaal, zonder dat het een imitatie is. Hij zet een autonoom theaterpersonage neer.

Een fraaie vondst van regisseur Weissman is dat enkele geheide Hazes-liederen door andere spelers worden vertolkt, onder anderen door Janzen zelf en door Cees Geel als Tim, Hazes’ vriend en muzikale steun. Om het drama ook van een lichtkant te voorzien, spelen de ouders van Rachel (Hajo Bruins en Doris Baaten) scherp getypeerde rollen. Zij steunen Rachel in haar eenzame strijd die eindigt in echtscheiding, maar ze staan ook achter de zanger. Ook Tina de Bruin als Conny, Rachels vriendin, geeft haar rol reliëf naast die van Chantal Janzen.

En dan de meesterlijke Hazes-liederen zoals De vlieger, Een beetje verliefd, Eenzame kerst en Bloed, zweet en tranen. Ze zijn op een bijzondere manier gearrangeerd, met hoekige kanten en begeleid door felle danstaferelen, zodat ze opgetild worden uit het kroegleven en de betekenis krijgen van een Grieks koor. Ze geven bijna commentaar op de handeling, of plaatsen de handeling in een universeel perspectief. Al deze onverwachte invalshoeken stuwen de voorstelling naar het ontroerende dramatische slot van een man die sterft in het harnas, zich zingend voorbereidend op een overweldigend concert in een uitverkochte Arena. Die triomf heeft hij niet mogen beleven. De dood was sneller. Ja, dan komt Hazes’ dramatisch-verzoenende levenslied Zij gelooft in mij zeer hard aan, en ook vol ontroering.

(foto: Roy Beusker)