Er hangt een Duitse Lederhose slordig aan de muur, boven een tafeltje waar het verzameld werk van de linkse toneelschrijver Bertolt Brecht op ligt. Nog drie houten barkrukken, en dat is zo’n beetje het hele decor van de nieuwe voorstelling van Theatergroep Flint: Het Romantisch Interbellum of de roepstem van ’n Lederhose. Maar de intieme Roode Bioscoop, vervallen en warm tegelijk, is op zich al de perfecte achtergrond voor een liedjesprogramma over Duitsland tussen de twee wereldoorlogen. Overigens kan dit Interbellum in aangepaste vorm ook op tournee gaan.

De voorstelling is al net zo rommelig opgebouwd als de titel en zit vol ongerijmde tegenstellingen. Felix Strategier belooft een onderzoek naar het Interbellum en een zoektocht naar de Duitse ziel. Hij belooft teksten van Brecht en Tucholsky en romantische liedjes van de mannenzanggroep met de bijna onuitsprekelijke naam de Comedian Harmonists. Dat komt inderdaad allemaal langs en nog veel meer, zoals bijvoorbeeld een pacifistisch liedje van de Nederlandse zanger Willy Derby.

Felix Strategier zingt het allemaal met een heel mooie stem, die lieflijk, fel, strijdbaar en sarcastisch kan zijn. Hij heeft daarbij inderdaad niet veel meer dan een barkruk nodig. Soms kan hij kunstfluiten of zichzelf begeleiden op de accordeon. Hij heeft in Amsterdam drie musici bij zich: Marko Bonarius kan sombere klanken ontlokken aan zijn contrabas; Joeri de Graaf speelt pittig gitaar en heeft de wonderschone arrangementen gemaakt, en Saskia Meijs geeft mooie, romantische frases op haar altviool en strijdbare, wonderlijke klanken op een raar instrument: de sonore violaphone, een rudimentaire viool met een metalen hoorn eraan verbonden om het geluid te versterken. De muzikanten zijn volwaardige tegenspelers van Strategier met zijn wat ouder geworden, melancholieke kop.

Hij durft het aan het programma te omlijsten met het eerste en laatste lied van de romantische liederencyclus Die Winterreise van de Oostenrijker Franz Schubert, gecomponeerd op gedichten van Wilhelm Müller, uit 1827, dus van een eeuw eerder. Strategier zingt ze in de Nederlandse vertaling van Frederik Memming als Duitstalige songs. Hij suggereert er iets mee: dat de romantische ziel van de Duitsers iets te maken zou hebben met het opkomende nazisme in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw, met de persoonlijkheid van Adolf Hitler en met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Af en toe stipt hij een vergelijking aan tussen de jaren dertig en nu: ook nu gaan we vrolijk feestend de ondergang tegemoet. Diepgravend zijn dit soort beschouwingen niet, toch komen ze wel aan en blijven de vragen die hij oproept in je hoofd hangen. Sterk is hij als hij een persoonlijke noot toevoegt: over zijn grootvader die in 1905 uit Duitsland naar Arnhem kwam en zijn moeder die altijd Duitstalige liedjes is blijven zingen, ook al waren ze bij haar thuis fel tegen de Duitse nazi’s.

Strategier heeft daarbij bijzondere vondsten gedaan. Ik althans kende de strijdbare wiegeliedjes van Brecht en Eisler niet waarin een moeder haar pasgeboren baby vertelt over het leven dat hij geacht wordt te leiden en hoe hij zich daartegen kan verzetten. In tegenstelling daarmee klinken de uiterst vilein-vriendelijke liedjes van Tucholsky, waarin hij aanbeveelt lief te zijn tegen de nazi’s, want ze doen toch zo hun best en als ze slaan doen ze dat voor de goede zaak … ‘Zullen we dan Wilders ook maar in de armen sluiten?’ verzucht Strategier wanhopig. Van Tucholsky zingt hij ook een loflied op de liberale economie, waardoor de rijken nog rijker kunnen worden. Ook bekendere liedjes, zoals Show me the way to the next whisky bar van Brecht en Weill, de zoetelijke Comedian Harmonits-liedjes en het overbekende Lili Marlene zingt hij uitzonderlijk mooi.

Het programma (regieadvies: Wim Meeuwissen) is een ratjetoe aan romantische, sentimentele, poëtische en strijdbare teksten. De vragen over de Duitse ziel en wat er gebeurde in het Interbellum moeten de toeschouwers maar voor zichzelf beantwoorden. Hij eindigt met een fel Nederlands liedje: Mensch durf te leven uit 1917 van Dirk Witte, dat met zijn individualistische en anarchistische visie eigenlijk haaks staat op de rest van het programma. Felix Strategier klimt daarbij strijdbaar op zijn barkruk en staat daarop in wankel evenwicht aanstekelijk te zingen. Een heel mooi einde van een mooie avond.