Waar de theaters in de zomer traditioneel gesloten blijven, opent theater DeLaMar vanaf nu de deuren. De komende drie jaar presenteren Tjitske Reidinga en regisseur Antoine Uitdehaag met een steeds wisselende groep ‘creatives’ een zomervoorstelling. De eerste keuze viel op de tragikomedie Het geheugen van water (1996) van de Engelse schrijfster Shelagh Stephenson.

Op toeristen die de hoofdstad bezoeken richt de producent zich niet, Het geheugen van water drijft op taal. Het stuk draait om drie zussen, bijeengekomen in het ouderlijk huis, aan de vooravond van hun moeders begrafenis. Plaats van handeling is de slaapkamer en het is de geest van de overleden moeder (Rick Nicolet) gehuld in een groene jurk – de kleur van de Oermoeder – die in de openingsscène aankondigt dat de komende gebeurtenissen hen zullen overspoelen als de zee. De ontmoetingen met de middelste dochter Marie (Tjitske Reidinga) die een geheim met zich meedraagt, vormen een terugkerend element.

Rond moeders bed bevechten de dochters hun eigen plek in de familieherinneringen. Ze willen gezien worden en erkend om wie ze zijn of denken te zijn maar strijden met verwachtingen en spoken uit het verleden. Ontkenning van seksualiteit en een afwezige vader spelen daarin een belangrijke rol die hun huidige levens tekent, zoals de keuze voor overspelige en slappe partners (rollen van Vincent Croiset en Michiel Nooter). In tweeëneenhalf uur maakt elk personage een eigen ontwikkeling door. Bewonderenswaardig is de minutenlange onthullende dronkemansscène van Anneke Blok. ‘Opgegroeid’ bij De Trust en als geen ander in staat gelijktijdig komisch en tragisch te spelen, creëert zij een personage dat staat als een huis. Pauline Greidanus als jongste, zich miskend gevoelde zus stuitert over het toneel, permanent in de hoogste energie. De stemmen worden niet gespaard.

Stephenson spint een web van vele lange draden, schatplichtig aan onder meer de humor van Woody Allen en de meesters van het psychologisch realisme. Maar waar bij Tsjechov onder het oppervlak van de voortkabbelende gesprekken grote thema’s pulseren en in Ibsens symbolische drama’s een geheimzinnige kracht de handeling als het ware voortstuwt, komt in  deze slaapkamer alles open en bloot te liggen. Geen suggestie blijft zonder toelichting, geen grap zonder uitleg, geen geheim verborgen. De (Freudiaanse) symboliek ten spijt, niets wordt aan de verbeelding overgelaten. De vormgeving, geuren en muziek zijn een illustratie van wat gezegd wordt en theatraal gezien biedt de voorstelling dan ook weinig uitdaging. Het geheugen van water draait om herkenbaarheid van emoties rondom familiebanden en is daarin doeltreffend.

(foto: Leo van Velzen)

Lees ook het interview met Antoine Uitdehaag in het zomernummer van TM