Het is geen slimme actie van Staatsbosbeheer om een aantrekkelijke jonge boswachtster samen met twee bronstige collega’s een crisiscentrum te laten runnen. Zoiets heet de kat op het spek binden. Waar Melanie, Arend en Melle zich oprecht zorgen zouden moeten maken over een dreigende stormvloed, zijn ze vooral doende hun hormonen te beteugelen. Dat zou wel eens catastrofale gevolgen kunnen hebben.

Nu hebben ze de mazzel dat ‘het omgekeerde soepbord’ Drenthe in tijden van smeltende poolkappen droog blijft – dus direct gevaar is er niet – maar helemaal gevrijwaard van de gevolgen van een eventuele natuurramp is Drenthe natuurlijk niet. Neem al die Nederlanders die hier een goed heenkomen gaan zoeken! Een horde klimaatvluchtelingen dreigt Drenthe te overspoelen.

Met Het einde der tijden heeft locatietheatergezelschap PeerGrouP een heerlijk slot gebreid aan hun theatervierluik dat afgelopen jaar een ode bracht aan het 50-jarig bestaan van de heringerichte Drentsche Aa, het beek- en esdorpenlandschap dat zo bepalende is voor de natuur in het noorden van Drenthe. In het voorjaar mochten we tussen de schapen slenteren over het Balloërveld, in de zomer bracht Koos Terpstra een opwindende Midzomernachtsdroom aan de rand van een bos en op een weiland bij Gasteren zagen we in de herfst een vlucht vogels neerstrijken.

En nu, in een schuur van Staatsbosbeheer in Oudemolen, zijn we getuige van drie goedwillende maar niet al te snuggere boswachters. Te midden van een groep beesten proberen ze een crisiscentrum in te richten. Als Arend wordt weggeroepen hebben de overgebleven twee vrij spel en het scheelt niks of de eerste zoen wordt uitgewisseld. In een prachtige scène draaien Melanie (Sanne Verkaaik) en Melle (Jan Joost Albers) vol ingehouden verlangen om elkaar heen. Ze willen wel maar ze mogen niet. Albers, die de afgelopen jaren furore maakte met het fysieke theater van De Jongens, laat hier een verrassend nieuwe kant van zijn acteurschap zien.

Lang mag dit prille aftasten niet duren. In een wolk van rook zwaait de schuurdeur open en meldt Arend zich weer. De stormvloed die buiten dreigt jaagt binnen de emoties extra aan. Om een niet zo heel lang verhaal nog iets korter te maken: de schuur begint te klein te worden voor de twee mannen, met als gevolg dat er een ordinaire worstelpartij volgt die pas eindigt als het water met bakken tegelijk door het dak komt.

Regisseur Dirk Bruinsma heeft zich niet al te veel zorgen gemaakt over de consistentie van het verhaal. Hij laat vloeiend de ene scène overgaan in de volgende, logisch of niet. Hij doet dat zo vaardig dat je geen tijd hebt om je af te vragen waar het allemaal over gaat. Een dansje? Natuurlijk, waarom niet? Een dode goudvis die ineens een reusachtige vorm aanneemt? Het mag. Met hun vanzelfsprekende spel maken zijn drie acteurs het allemaal heel aannemelijk.

Aan het eind zegt Melanie dat ‘ze er klaar voor is’. Geen idee waarvoor, maar je gelooft haar direct.

Foto: Reyer Boxem