Het is even wennen voor de Vlaamse gebroeders Raf en Mich Walschaerts – samen het duo Kommil Foo – als ze tijdens hun voorstelling Het bestand het Nederlandse publiek even bij de hand moeten nemen. Want kennis over WO-I behoort in België tot de ‘algemene ontwikkeling’. Hier niet. Wij bleven lekker neutraal.

Het uitbreken van ‘De Groote Oorlog’ honderd jaar geleden is dit jaar ook volop en groots herdacht bij de zuiderburen. Ondermeer met heel veel theatervoorstellingen. Het bestand is er een van. En dat is heus geschikt voor Nederlandse oren. De voorstelling maakt deze maand een korte tour en is slechts te zien in Eindhoven, Zaandam, Amsterdam, Maastricht en Gouda.

Waarschijnlijk moeten ze hier elke avond uitleggen dat er in december 2014 spontaan een kerstbestand van drie dagen ontstond. En hoe de vijanden elkaar toen niet bestookten, maar met elkaar dronken en voetbalden. Daarna schoten ze op bevel van hogerhand elkaar weer gewoon dood. Het is een van de grootste absurditeiten uit de oorlogsgeschiedenis.

Het bestand is een eigenzinnige compilatie van ‘oorlogsliederen’. Niet zwaar, maar luchtig, met humor die de we van de Vlamingen kennen. Met arrangementen waarop piano, accordeon en vooral het kwartet blazers op trompet, bugel, trombone en tuba zich hartstochtelijk kunnen uitleven. En dat dus ook doen.

Oorlog is een heel breed begrip, dus ze hebben zich niet beperkt tot liederen die op de slagvelden werden gezongen. Aan de keukentafel in relaties is het ook vaak oorlog. Soms komt er een lied voorbij dat alleen aan oorlog valt te linken vanwege het verhaal dat een van de mannen er vooraf bij vertelt. De vreemdste eend in de bijt is in die zin ‘He ain’t heavy, he’s my brother’ van The Hollies. Daar gaat een sterk verhaal aan vooraf, waarop de vader van de broers vroeger patent had.

Prachtig is het begin van deze muzikale trip, als de acht muzikanten langzaam opkomen en op de wijs van ‘Old lang syne’ de absurde regels ‘We’re here, because we’re here, because we’re here’ zingen. Een cynische mantra, welke zo gezongen had kunnen worden door het Engelse kanonnenvoer, dat zich na de kindertijd, opvoeding en school ineens terugvond in de loopgraven en zich afvroeg of dit nu de bedoeling van hun leven was geweest.

Het bijna twee uur durende programma biedt een rijke oogst aan liederen, verbonden door korte verhalen en anekdotes. Zoals Bram Vermeulens ‘Meneer van de Velde’, ‘White Cliffs of Dover’, Randy Newmans ‘In Germany before the war’ in een Nederlandse hertaling, Herman van Veens ‘De Vluchteling’ en Bob Dylans ‘Masters of War’ – in een Antwerpse vertaling van Wannes van de Velde. Maar ook een paar Kommil Foo-klassiekers als ‘Kop in het zand’ en ‘De Volgende’ zijn er soepel ingepast.

Foto: Sien Verstraeten