‘Het gaat om rendement’, zingen de Gebroeders Harteveld & Fretz, bestaande uit Marcel Harteveld en Johan Fretz. Actueler kan het bijna niet, gezien de studentenprotesten bij universiteiten waar het activisme ouderwets oplaait. Maar beide jongens (mannen) vragen zich af of er nog wel plaats is voor hun eigen idealisme, angsten en dromen.

Dat doen ze in hun tweede avondvullende voorstelling, die staat als een huis. Na Revolte, waarin Fretz kenbaar maakte in 2025 minister-president van Nederland te willen worden en Harteveld als muzikale spindoctor fungeerde, is er nu meer plaats voor contemplatie. In een zweem van nostalgie, teruggetrokken in de bunker van hun jeugd in Den Haag, vragen ze zich af waar ze staan nu ze de dertig naderen.

Er staan twee bedden, een bureau, een stoel met een oranje shirt van het Nederlands Elftal uit ’88, een zeepkist; symbolen van gekoesterde maar nooit waargemaakte dromen. Ondertussen vragen ze elkaar waar ze bang voor zijn. ‘Om vader te worden’ of ‘om een parodie van mijzelf te worden’ zeggen ze, terwijl percussioniste Laura Trompetter doorlopend het ritme aangeeft. Het besef klinkt door: ingeslikt idealisme heeft plaatsgemaakt voor realisme en pragmatisme.

Daarmee krijgt de voorstelling de vorm van een muzikaal pamflet. Harteveld & Fretz hebben meer ruimte ingebouwd voor liedjes, waarbij een prachtige vertaling van Simon & Garfunkel het hoogtepunt is. Het is de kracht van dit duo dat ze elkaar zowel tekstueel (Fretz) als muzikaal (Harteveld) versterken.

Ook inhoudelijk steekt het programma goed in elkaar, want de zelf- en maatschappijkritiek is niet van de lucht. Zo betichten ze in enkele sketches hun eigen generatie van hedonisme, via tripjes naar Berlijn, een biologische supermarkt en bikram yoga. Maar niemand wordt gespaard, zijzelf het minst. ‘Durf de loser te zijn die je bent’, wordt hun verteld.

Gelukkig zijn beide jongens opgewekt genoeg om het luchtig te houden, bijvoorbeeld met grappen over intellectuele apps en anekdotes over een bezoek aan de kapper. En toch: dit soort engagement is weinig te vinden onder de jongere generatie cabaretiers. Het vergt daarom lef en moed om een dergelijk programma te maken, dat in het teken staat van hun verlangen naar verwondering en behoud van jeugddromen. Kortom: laat de theaters in Nederland maar volstromen.

Foto: Jonas Sacks