Gaz is het portret van de moeder van een geweldenaar; een prachtige theatermonoloog geschreven door Tom Lanoye. Viviane De Muynck speelt als altijd voortreffelijk en Pieter Arfeuille regisseerde het juweeltje, dat dicht op de huid van de tijd zit en tegelijkertijd een aangrijpend universeel verhaal vertelt van een ontredderde moeder.

Het was regisseur Piet Arfeuille van het Vlaamse Malpertuis (Tielt), die Tom Lanoye vroeg een stuk te schrijven over de complexe relaties achter de geschiedschrijving. In Vlaanderen wordt behoorlijk uitgebreid stilgestaan bij de Grote Oorlog, maar Lanoye zag meer in een weerslag van het huidige revolutionaire geweld. Gaz, de titel, verwijst nog wel naar die Eerste Wereldoorlog, maar Lanoye haalt vooral inspiratie uit het heden; de daden van Syriëstrijders en aanslagen als die op Charlie Hebdo.

In een decor van dikke, hoog opgetrokken grijze wanden speelt Viviane De Muynck een getormenteerde moeder die terugblikt. In het midden van het volslagen grijze beeld staat een halfhoog stenen plateau, te groot voor een grafzerk en te nietszeggend voor een monument of podium. Het is De Muyncks enige fysieke referentiekader en het bepaalt de richting van haar wandelgang. Wat is het leven van een moeder die haar enig kind verliest waard en wat als dat kind ook nog schuldig is aan een gruwelijke daad met veel slachtoffers? De Muynck vouwt haar armen en de moeder wiegt de baby – geboren met een keizersnede – met licht sentiment in de armen. De monologue intérieur neemt de toeschouwer mee naar het verleden van moeder en zoon.

Een enkele keer illustreert een kort muziekje of een scherpe uitgesneden zin van een film Lanoye’s tekst. Arfeuilles regie is uiterst sober en dat is passend gezien het onderwerp. De Muynck heeft ondertussen weinig nodig om de rol van de moeder overtuigend te brengen en dat is knap. Ze mag een gelauwerd actrice zijn, ze loopt ook tegen de zeventig! Herkenbaar is de tekst van Lanoye, die aanvangt met een intiem verslag van de moeder over haar opgroeiende jongen. Net als iedere puber eet hij tosti’s met teveel ketchup, slaat hij met de deuren, worstelt hij met de regels en is hij op zoek naar het avontuur. Er lijkt geen enkele aanleiding voor het oprukkende drama, of het moet de afwezige vader zijn in dit gezin. Lanoye verwerkt die informatie zijdelings. ‘Zijn vader heeft hij nooit gekend, dat klopt. Aan die lafaard maak ik geen woorden vuil. Ik was zes maanden zwanger. Weg!’

Na deze ontboezemingen krijgt de monoloog een meer politiek filosofisch perspectief. Barbaar of held, slachtoffer of dader; de moeder gaat te rade. Wie was er eigenlijk verantwoordelijk in deze? Langzaam transformeren haar interne gevoelens tot een genuanceerde, doorvlochten maatschappelijke aanklacht. Het gevaar kwam niet van binnenuit. Het gif, de verwijzing naar de titel Gaz, kwam van buitenaf. Tegen de indoctrinatie van de buitenwacht kan geen mens zich wapenen. Gelaten aanvaart de moeder dat lot. Terwijl ze het stenen podium observeert, beschrijft ze ten slotte het gewonde en verminkte lichaam van haar enig kind. Imponerend eind, want in die beschrijving klinkt geen haat of frustratie, eerder overheerst de vergevensgezinde moederliefde. Alsof ze het de wereld vergeeft.

Foto: Fred Debrock