Voor ons uit lopen mensen naar de garderobe en geven hun tassen daar af. Een man in de rij achter mij vraagt voorzichtig of het verplicht is om je tas af te geven ‘voor je erin gaat’. Een andere man antwoordt zacht maar stellig: ‘Je bent er al in.’

Met Exhibit heeft Suze Milius én een voorstelling én een tentoonstelling gemaakt, en dat maakt het publiek wat onzeker. Wat wordt er van ons verwacht, wat gaan we zien, hoe moeten we dit ondergaan? Wat we uiteindelijk ervaren komt daardoor des te beter binnen.

Er zijn kijkers die bij het binnengaan van de karakteristiek witte tentoonstellingsruimte meteen om zijn en aandachtig de introductietekst beginnen te lezen. Al snel staan er bij elk van de vijf zichtbare installaties groepjes mensen. Ze nemen het werk in zich op, bladeren in hun boekje naar wat de maker erover schreef, zoeken de relatie met de andere tentoongestelde stukken.

Er zijn er ook die voorbij de kunstwerken lijken te willen kijken, naar waar de voorstelling begint. Hun blikken glijden overal overheen; ze proberen de ruimte in te schatten op zoek naar de plek waar of de persoon met wie de performance zal beginnen. Voor sommigen lijkt iedereen verdacht. Maar we dragen allemaal een feloranje sticker met ‘visitor’ erop.

En dan, met een rake klap, zijn we met zijn allen een stap verder en kijken we naar vijf performers. Doen ze ons na? Ze kijken. Sommigen met open blik, anderen vorsend, zoekend, de informatie erbij nemend. En weer anderen met een blik die over de werken heen glijdt, op zoek naar meer, of naar de grap, of naar het begin?

Het sterke is dat het niet bij een anekdotische weergave van verschillende kijkhoudingen blijft. Het wordt allemaal steeds groter, gekker, absurder. Twee performers dansen een pas de deux. Iemand vindt een onverwachte uitgang. Eentje stopt zijn hoofd in een kast en blijft zo staan. Een live ingesproken audiotour verwordt tot verwarrende kijkinstructie en ontspoort dan zo dat het meisje uiteindelijk verdwaasd en uitgeput de uitgang zoekt.

De groepsmores is steeds dwingend; wanneer er eentje nonchalant wat staat te kauwen op een snack wordt hij koste wat kost weer in de kudde gevoegd. Wanneer ze als deskundigen het werk bespreken buitelen ze over elkaar heen met citaten van Lucebert en Fernando de Pessoa en aankondigingen dat ze via een collaboratieve werkwijze de kloof willen dichten. Kijken doe je nooit alleen.

Als ten slotte ook de performers worden afgekondigd als porseleinen beeld, rubber live installatie en coproductie van een Belgisch beeldend kunstenaarskoppel zijn we rond. Kunst is mooi en raar, verwarrend en grappig, verrijkend en vermoeiend, noodzakelijk en absurd. Net als onze relatie ermee. Net als deze avond. En net als wij mensen zelf.