Toen Kees Torn in 2012 aankondigde om te stoppen met optreden, was dat voor veel kleinkunstliefhebbers een grote teleurstelling. Vier jaar later is Torn terug in de theaters, samen met collega-cabaretier Onno Innemee. Helaas blijkt Eraf met dat dak een voorstelling met vooral veel flauwe grappen, zwakke typetjes en hier en daar een mooi liedje.

De rode lijn in de voorstelling, voor zover die er is, wordt gevormd door een parodie op De Wereld Draait Door, door Torn en Innemee omgedoopt tot Leuter TV. Innemee en Torn spelen de meeste typetjes binnen deze talkshow-setting. Dit format werkt niet zo goed, deels omdat het parodiëren van De Wereld Draait Door al veel vaker en veel beter gedaan is, deels omdat de typetjes zelf niet overtuigen.

Dieptepunt is een sketch waarin Torn een Maarten ’t Hart-imitatie doet en aan de talkshowhost over zijn zelfgetekende vogels vertelt. Deze sketch drijft geheel en al op flauwe woordspelingen over vogels en is niet absurd genoeg om werkelijk te boeien. Hoewel Torn een goede Maarten ’t Hart-imitatie in huis heeft, speelt hij dit typetje zo slordig dat er weinig van overblijft. Ook Innemee, die een groter talent heeft voor het spelen van typetjes, is niet altijd zorgvuldig in zijn spel. Hij zet een mooie meneer Pompe neer, een vast Innemee-typetje, maar zijn Haagse Barry is tamelijk slecht. Innemee beheerst het platte, Haagse accent niet goed genoeg en de dialoogjes tussen Barry en de talkshowhost zijn erg flauw.

Torn is en blijft een goed tekstschrijver en er zitten dan ook twee of drie sterke liedjes in de voorstelling. Zo zingt Torn een mooi, beschouwend lied over de verschillende fases waar je als patiënt in een (psychiatrisch) ziekenhuis doorheen moet. Ook zingen Torn en Innemee een grappig lied over de artiest die zijn comeback maakt uit geldgebrek. Daarmee nemen ze heel duidelijk ook zichzelf op de hak en die zelfspot werkt goed. Helaas hebben de meeste liedjes in deze voorstelling bijzonder weinig inhoud. Ze zijn weliswaar strak van vorm, maar leveren weinig interessante inzichten op en zijn vaak net niet grappig genoeg om indruk te maken.

Wat wel goed werkt is dat Eraf met dat dak een losse, spontane sfeer heeft, die doet denken aan een bonte avond. Door deze toonzetting ben je als toeschouwer ook bereid om een heel eind mee te gaan in de melige grappen van Torn en Innemee. Uiteindelijk is het materiaal echter te zwak om een avond lang te boeien.