Recent liep de Turkse tenor Mert Sungu nog boos weg uit de productie die regisseur Martin Kusej in Bologna maakte van Mozarts opera Die Entführung aus dem Serail. Sungu vond de aanpak te anti-Turks. Voor dergelijke politieke relletjes geeft de enscenering die Johan Simons van dezelfde opera maakte geen enkele aanleiding: hij roept juist op tot respect en verdraagzaamheid tussen de culturen.

Het betreft een herneming. Simons maakte deze productie al in 2008. Kortom, in een tijd dat de wereld er nog anders uitzag. De gruweldaden van IS waren nog niet op ieders netvlies gebrand. De verhoudingen tussen Turkije en de Westerse wereld waren een stuk vriendelijker.

Toch is Simons enscenering ook in deze tijd verrassend actueel. Juist omdat het bij hem niet gaat om goed en kwaad, om slachtoffer of terrorist, maar om zaken als vergeving, respect en liefde. Tegenover alle wreedheid in de wereld staat oneindig veel meer empathie en menselijkheid. Dat is ongetwijfeld wat Simons wil zeggen als aan het eind van de productie het hele decor in elkaar stort, het theatertje, waarin de handelingen plaatsvinden, aan gruzelementen ligt – alsof er zojuist een bomaanslag is gepleegd -, maar de Turkse pasja Bassa Selim Konstanze, Blonde en hun vriendjes toch vergeving schenkt. Zo bezien gaat Simons Entführung niet over tegenstellingen, maar over verbroedering.

Maar het gaat ook over de liefde en de illusie van de liefde. Het gaat over aantrekken en afstoten. Alle personages op het podium zijn verwikkeld in dat conflict. Neem Konstanze. Ze is bij Simons geen naïef meisje, maar een jonge vrouw die zowel affectie als haat voelt voor haar onderdrukker. Het is een van de ijzersterke punten van Simons regie: alle personages hebben hun eigen karakter en complexe psychische gelaagdheid. Ze willen het één en doen het ander of doen het één en willen het ander. Het is een en al dubbelzinnigheid. Drama en komedie, klucht en tragedie: Simons Entführung is het, dankzij die scherpe personenregie, allemaal tegelijk.

Simons geeft als toneelregisseur dit singspiel (een vorm waarbij zang en gesproken teksten worden afgewisseld) ook een enorme boost aan de gesproken teksten. Naarmate de voorstelling vordert vraag je je als toeschouwer steeds vaker af of je nu zit te kijken naar een opera of naar een toneelvoorstelling met muziek? Bij veel uitvoeringen van dit werk hangen de gesproken de teksten er een beetje bij. Vaak zijn ze niet meer dan een bruggetje naar de aria’s, maar bij Simons krijgen de monologen en dialogen een eigen theatraal bestaansrecht. Simons Entführung is een feest van theater en muziek.

Muzikaal valt er weinig op aan te merken. Er wordt redelijk gezongen (onder meer door sopraan Lenneke Ruiten, Steven van Watermeulen en Peter Rose) en kwiek gemusiceerd. Hier en daar vergaloppeert de jonge dirigent Jérémie Rhorer zich met al te gejaagde tempi, maar hij leidt het Nederlands Kamerorkest en het Koor van de Nationale Opera desondanks op kundige wijze door de partituur.

Foto: Michel Schnater