Een paniekerige vrouw omhelst een grijsaard die driftig letters op een krijtbord krast. Een dametje dat eenzaam een bolletje wol achter zich aansleept, krijgt een verjaardagskroon van een neuroot. Een dwerg met een emmer op zijn hoofd krijgt van hem een aai over zijn bol. De personages van El Otro (De ander) wonen allemaal in een kille ‘verwarde wereld’, maar blijven elkaar momenten van troost, liefde en warmte bieden. Curator Frie Leysen haalde de Chileense theaterparel naar Nederland en België in het kader van de internationale theaterserie ‘Get Lost’.

Het Chileense theatergezelschap Teatro Niño Proletario bezocht ter voorbereiding van El Otro enkele psychiatrische inrichtingen. In het boek El infarto del Alma (Het infarct van de ziel) vonden ze verhalen en foto’s van verliefde stellen in een gemengd gesticht.

Op geluidsband klinkt een poëtische vertaling van de dromen en verlangens van de patiënten, waarvan de meeste helaas nog lang onbereikbaar zullen blijven. Een patiënt wordt geplaagd door de ‘stem van een engel’, bij een andere blijft ‘iets vastzitten’ in zijn keel.

Ondertussen verbeelden zeven acteurs op toneel de waanzin. Regisseur Luis Guenel Soto selecteerde daarvoor een bont gezelschap karakterspelers, met en zonder buiken en baarden. Met elkaar gemeen hebben ze het talent om overtuigend de lichaamstaal van psychiatrische patiënten te imiteren. Ze klappen dwangmatig in hun handen, rollen over de grond, trillen, verkrampen, schreeuwen en huilen. Ze lijken niet meer te passen in hun eigen lichamen, net zoals hun slecht zittende kleding.

Het spel heeft iets levensecht, maar is tegelijkertijd beeldschoon gechoreografeerd. In aangrijpende duetten zoeken lichamen elkaar steeds opnieuw op. De liefde is een manier om emotioneel te overleven, maar blijkt ook een constante bedreiging. Een omhelzing slaat al snel om in een wurging en een spel in een aanranding.

De acteurs schakelen onberekenbaar tussen blije, intrieste en dreigende emoties. Wendingen in de situatie of verhaalontwikkelingen zijn er daarentegen nauwelijks. Dat levert tegen het eind een verlies aan concentratie op, maar het past ook bij het uitzichtloze, monotone leven in een inrichting.

Tegelijkertijd laten de makers de wereld van de personages vrij open. Het sobere decor – tafel, bank en schoolbord – roept meerdere associaties op. Het geschreeuw en lawaai op de geluidsband kunnen zowel verwijzen naar een vol en onrustig ‘gekkenhuis’ als naar een drukke stad. De wereld van de personages zou zo ook de onze kunnen zijn, net als hun niet aflatende zoektocht naar liefde.

Het is een suggestie die de makers versterken met een fototentoonstelling die met de voorstelling meereist. De fotograaf van het boek El infarto del Alma portretteerde de acteurs daarvoor op precies dezelfde manier als de patiënten. El Otro maakt zo op een mooie en indringende manier van iedereen outsiders of van outsiders weer ‘gewone’ mensen.