Theatermakershuis De Queeste (Hasselt, België) schuwt in zijn  repertoire de maatschappelijke en politieke thema’s niet, zowel in de (altijd bijzondere) locatieprojecten als in de zaalproducties. Het weet die dan op een inventieve, niet-drammerige manier op de scène te brengen. De ene keer grotesk, zoals De gouden draak, de andere keer in een realistische setting, zoals nu.

Voor locatieprojecten speelt het huis vaak in op de geschiedenis van de plek zelf en er gaat dan een heel onderzoek aan vooraf. Een andere keer wordt er vertrokken vanuit een bestaande theatertekst. Dat laatste is nu ook het geval, met Een vijand van het volk van Henrik Ibsen.

Het toneelstuk Een vijand van het volk (1883) is na honderddertig jaar nog even actueel. Het toonde toen al aan hoe machteloos idealisme en pragmatisch opportunisme met elkaar botsen. Ook nu gebeurt dat nog steeds. Dat gegeven wordt versterkt door de actualisering die De Queeste eraan heeft gegeven. Regisseur Christophe Aussems, dramaturg Alexander Schreuder en auteur Maarten Mertens hebben in hun bewerking ook een tekst ingelast die gebaseerd is op het werk van Paul Verhaeghe, Vlaamse hoogleraar klinische psychologie en psychoanalyse, en bekend van zijn boeken Identiteit, De neoliberale waanzin en Liefde in tijden van eenzaamheid. In zijn werken geeft hij duidelijk en overtuigend bewijzen van de invloeden die de maatschappij heeft op de individuele psyche.

Dokter Thomas Stockmann heeft het water laten onderzoeken dat moet dienen voor een wellnesscentrum. Dat blijkt vergiftigd te zijn. Hij wil dat bekend maken via een artikel in de krant. De redactie is erg enthousiast, maar krabbelt terug. Burgemeester Peter Stockmann, de oudere broer van Thomas, vreest economische en sociale problemen en een failliet van de stad als het welnnesscentrum, de enige inkomstentroef van de stad, wegens herstelwerkzaamheden voor twee jaar dicht moet. En wat gaat dat niet allemaal kosten?

Thomas wil toch doorzetten. Het gelobby van de burgemeester begint, hij krijgt de redactie en de drukker zo ver dat ze niet het artikel van Thomas maar van hemzelf publiceren, dat de geruchtenmachine moet stopzetten. Politiek gekonkelfoes, de leugentjes om bestwil, de hele manipulatiemachinerie komt op gang. De machtsmechanismen uit Ibsens tijd werken nog precies hetzelfde. Thomas kan dan wel gelijk hebben, maar wat heeft hij eraan als hij geen macht heeft?

Terwijl hij met zijn bekendmaking over de watervergiftiging het volk wil beschermen, groeit hij uit tot volksvijand. Het enige wat hij nog kan is een speech houden. Hij heeft meer ontdekt dan de watervergiftiging, namelijk dat ‘al onze mentale bronnen vervuild zijn en dat we in een vergiftigde maatschappij leven.’ Hij klaagt de maatschappelijke normen aan dat we er perfect moeten uitzien, hij betreurt het dat kinderen elkaar uitschelden voor ‘loser’, dat de politiek verziekt is, dat de heersende onverschilligheid de mensen tot onmensen maakt. En concludeert dat we dááraan iets moeten doen!

Thomas krijgt daarna van zijn broer een spreekverbod, hij wordt ontslagen, tot overmaat van ramp chanteert zijn schoonvader hem. Zijn hoogzwangere vrouw wordt als lerares ook aan de deur gezet vanwege al die lastercampagnes. Zij blijft wel achter haar man staan.

Al dat gekonkelfoes van de machten speelt zich af in een grote lege ruimte, met een auto aan een kant van het grote toneel. Aan de achterkant zijn er glazen deuren en wanden. In het eerste deel vormen de ruimtes achter die glazen wanden de gang en de keuken van het huis van de dokter. De personages zitten vooraan aan een lange tafel. Nadien zijn de achterruimtes de redactielokalen van de krant en wordt de kale ruimte van voren als gang gebruikt waar menig dispuut weergalmt. Treffend is dat de rol en de werking van de pers onder vuur liggen in de voormalige drukkerij van de grootste regionale krant van Vlaanderen, het Belang van Limburg.

Niet alleen de sobere setting maakt dit stuk zo accuraat. Het is natuurlijk ook de aanpak van De Queeste. Zoals de tekst aangepast is naar nu, zo is ook de hele mise-en-scène zelf realistisch. De drie hoofdrolspelers (Benny Ceuppens als Thomas, Lien De Graeve als zijn vrouw en Bram De Win als broer Peter) spelen heel naturel, realistisch, zonder tierelantijnen. Het zijn alledaagse personages met hun sterktes en vooral hun zwaktes. Zij worden als individu ingezet in dit maatschappelijk rollenspel. De Queeste overtuigt in woord en beeld dat dit in werkelijkheid meer is dan een spel.

Foto: Ogen-blik