We beginnen bij het einde. Bij de onmogelijke keuze die de courtisane Marguerite Gautier krijgt voorgeschoteld in Alexandre Dumas fils’ La Dame aux Camélias. De vader van haar geliefde Armand wil dat zij hem opgeeft, want haar verleden als courtisane schandaliseert de familie. In het alweer achtste deel van hun Weiblicher Akt-reeks, waarin eerder onder meer de Brönte-zusjes en Lady Macbeth onderwerp waren, onderzoeken de drie actrices van Maatschappij Discordia de keuze van Marguerite. Zouden zij het kunnen? En wat is eigenlijk heldhaftiger: jezelf opofferen of kiezen voor jezelf?

Gedurende Dumas/LaDame/DeSade gaan de actrices door het verhaal van La Dame aux Camélias heen, waarbij ze regelmatig opzij stappen om te reflecteren op de keuzes en motieven van de personages. Maureen Teeuwen speelt de rol van Armand en Annette Kouwenhoven en Miranda Prein nemen die van Marguerite op zich. Dat is direct een interessante keuze. Door Marguerite door twee actrices te laten spelen, krijgt ze als vanzelf meer dimensies en blijft ze ongrijpbaar voor de blik van de man.

Ook het decor speelt daarin een rol. Rechts op het toneel staat een schuine rij enorme kartonnen schotten. Ze herinneren aan een kamerscherm, waarachter de vrouw haar naaktheid verbergt, maar ook aan coulissen, waarachter de acteur zijn eigen identiteit verbergt. Constant verdwijnen en verschijnen de actrices door de vele doorgangen. En telkens als Armand denkt zijn geliefde in zijn blik te vangen, verdwijnt die Marguerite tussen de schotten en duikt de ander op.

Als iets opvalt aan La Dame aux Camélias is het wel dat seks slechts aanwezig is in eufemismen, zo duiden ook de actrices (onder meer door te verwijzen naar de theorie dat Marguerite niet aan tbc maar syfilis overleed). En dat terwijl Marguerite een courtisane is en Armand al verliefd op haar wordt als hij haar enkel nog maar heeft gezien, dus we kunnen er gevoeglijk vanuit gaan dat de aantrekkingskracht fysiek is. Om dat aspect van het verhaal uit die eufemismen te trekken, hanteren de drie actrices een breekijzer in de vorm van Markies de Sade, met zijn libertijnse gedachtegoed en scandaleuze geschriften.

Dat De Sade wordt geïntroduceerd door Miranda Prein is geen toeval. Zij is van de drie degene die zich het minst kan verplaatsen in het offer van Marguerite. Met De Sade’s pleidooi voor het nastreven van de individuele lust en bevrediging, ongeacht welke moraal dan ook, tracht ze het lot van Marguerite te keren. Dat brengt het verhaal bijna als vanzelf naar het heden, want het roept de vraag op of we vandaag de dag een ander lot van Marguerite zouden accepteren, of dat we haar ook nu nog zouden veroordelen wanneer ze voor zichzelf kiest. Moet de vrouw nog steeds sterven om een heldin te kunnen zijn?

Het sterke van de voorstellingen van Maatschappij Discordia is dat dit soort vragen zonder zwaarte wordt opgeworpen. Er valt veel te lachen, niet in de laatste plaats dankzij de drie actrices, die met een speels gemak in en uit het stuk en hun personages stappen. En bijna zonder dat we het doorhebben, passeert intussen een scala aan ideeën en zienswijzen de revue. Nooit te uitgekristalliseerd en nooit te gestructureerd, wat ruimte laat aan de toeschouwer. De vorm zit inmiddels gegoten, maar dat is ook direct waar het wringt. Want zit er nog rek in? Dumas/LaDame/DeSade mist iets van de verrassing en frisheid van eerdere delen.

En soms werkt die vorm ook tegen, blijven ideeën net te vluchtig. Zo wordt aangestipt dat De Sade voor gelijkheid tussen de seksen was, maar ik had graag net wat meer gehoord van deze drie vrouwen over hun kijk op zijn benadering van seksualiteit. Want juist uit die verscheidenheid in perspectieven haalt de Weiblicher Akt-reeks haar kracht. Met de nadruk op dat meervoud. Te vaak wordt gesproken van ‘het vrouwelijk perspectief’ (ook op de flyer, overigens), maar deze voorstellingen laten juist zien dat er een veelvoud aan perspectieven bestaat. En de perspectieven die Discordia biedt, worden niet tegenover de mannelijke geplaatst, ze worden ernaast geplaatst, ertussen, er dwars doorheen.

In de eerste minuten van de voorstelling wordt het toneel verlicht door één rij lampen aan de linkerkant van het podium. Het maakt dat we de actrices letterlijk eenzijdig zien, hun gezichtsuitdrukkingen slecht zichtbaar. Met de introductie van De Sade gaat een tweede rij lampen aan, ditmaal van rechts, en de actrices komen uit de schaduw. Het is een simpel, maar effectief teken: hoe meer perspectieven, hoe meer we zien.

Foto: Bert Nienhuis