Na de mononomaden met een schitterend That’s it van Sabine Molenaar in film en live performance en met een performance van de danser Taha Ghauri over de hypocrisie achter de islam, was het afgelopen dagen in Oostende de beurt aan de stereonomaden. Met minstens twee stonden ze op de locatieplekken in een verlaten fabriek.

Fleur van den Berg (afgestudeerde Mime Amsterdam) staat er als de spreekstalmeester van een circus. Het is een rijzige gestalte die in de loop van de performance als het ware nog groter lijkt. In eenzelfde tuniek hangt een man (Jan Taks) aan haar. Ze houden een hondje (Arthur) aan de lijn. Ze spreekt het publiek luchtig toe, dan citeert ze Nietzsche, en haar performance wordt vreemd. De man doet een tutu aan, en zij draagt als een ezel de man als een Christus. De teksten, de bewegingen, de gebaren, de kostuums, dat alles komt gekunsteld over. Het krijgt iets artistiekerigs. De teksten klinken hol, de mise-en-scène is geforceerd kunstmatig. Mij kon Wat je niet ziet (**) niet overtuigen.

De drie vrouwen en de twee mannen (Moderne Theaterdans AHK Amsterdam) uit What’s left (***) van Liat Waysbort beginnen heel sterk met hun grote danspassen en hun grootse bewegingen die ze later combineren met kleine gebaren en minimaal spel van een tikkend vingertje of het zachte gekrab over een voetzool. De vijf bewegen samen, om daarna solo of in duo te dansen en iemand aan de kant te laten toekijken. Een danser start een beweging die door een paar wordt overgenomen. Er volgen nieuwe aanzetten die op hun beurt worden losgelaten. Het bewegingsproces verloopt strak en alleen tussen de vijf mensen op de dansvloer. Ze kijken het publiek niet aan, er is geen contact. Onderling hebben ze dat soms wel. Als ze volksdanspasjes maken, verschijnt er wel eens een glimlach. Maar dan stuwt de soundscape hen weer voort. Een beat, een klassiek stuk, stilte, beat. Kan er in deze tijd nog communicatie bestaan, is volgens de flyer de boodschap. Welke rol speelt de kunst en de kunstenaar? De bewegingen imponeren, maar worden te lang uitgesponnen. Er zijn veel herhalingen, je hebt het na een tijd wel gezien. Inkorten zou de voorstelling ten goede komen. Er werd nog een epiloog aan toe gevoegd. Die tekst zou helderheid moeten verschaffen, maar voor een groot deel van het publiek (en voor mij) was die onverstaanbaar.

Wel perfect getimed was Duet for two dancers (****)van de choreografe Tabea Martin (ook AHK en andere opleidingen). De dansers Christian Guerematchi en Gaetano Badalamenti stellen zich voor als danser en de een doet exact hetzelfde als de ander. Wat is een danser, en wat is een niet-danser? In korte stukjes demonstreren ze stukjes ‘onverwachte’ bewegingen, laten ze zien wat een ‘politieke’, een ‘erotische’, een ‘liefdes’beweging of ‘een einde van de liefde’ is. Enzovoorts. Heel speels en spitsvondig onderzoeken ze de dansgrammatica. Hun lichamelijke bewegingsperfectie maakt het allemaal nog plezieriger.

Na al het zware werk van de twee vorige makers was dit derde deel een zeer welgekomen afsluiting van de nomadentocht. Pretentieloos, knap doordacht, humoristisch en eindelijk overtuigend!