Tsjechov kan tegen een stootje. En dat is maar goed ook want er is al behoorlijk wat malligheid met hem uitgehaald. Elke denkbare speelstijl is op zijn oeuvre losgelaten, zijn stukken zijn verknipt, kaalgeschoren, ondersteboven gezet dan wel verbasterd. Maar ziet: Tsjechov komt elke keer weer triomfantelijk boven water.

Aan de reeks uitzonderlijke bewerkingen heeft het Vlaamse gezelschap De Spelerij een nieuwe toegevoegd. In een uitgeklede versie van Drie zusters worden de drie tragische titelheldinnen gespeeld door drie mannen. En afgezien van de stille aanwezigheid van de nijver doorbreiende dan wel langzaam voortschuifelende huishoudster, is de crew hiermee compleet. Zou het werken?

Het werkt. Met dank aan de Russische grootmeester van de hunkering. Twintigers die smachten, vol ambities zitten en dromen over een betere wereld (of in elk geval: een andere wereld); het maakt inderdaad geen drol uit of ze van mannelijke of vrouwelijk kunne zijn. Wandel een willekeurige, hippe koffietent binnen en je treft ze er aan.

Het is natuurlijk wel zaak om een thematiek die zo van alle tijden is niet gedateerd te laten verschijnen. Heel attent heeft regisseur Paula Bangels dan ook de vormgeving lekker abstract gehouden. De drie mannen bewegen in een ruimte die uit niets meer bestaat dan een kaal houten skelet, met slechts een tafel en twee stoelen. Dat is genoeg voor deze heerlijke versie van Drie zusters.

Het aardige van de seksewisseling is dat het geweeklaag uit het oorspronkelijke stuk niet langer voorbehouden is aan vrouwen. Dat lijkt me een terechte kijk op de ontwikkeling die de verhouding tussen man en vrouw de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. De stoere man tegenover de zwakke vrouw, dat clichébeeld is al lang aan gort. De Groene Amsterdammer weidde vorig jaar een hele artikelenserie aan ‘het einde van de man’, aangekondigd met de veronderstelling dat mannen wellicht de nieuwe tweede sekse zouden zijn.

Dat deze Tsjechov zo’n prettige toneelavond oplevert komt ook door het heerlijke trio dat op de planken staat. Nergens ontaardt de voorstelling in een rare travestieshow. De mannen lopen rond in niet meer dan een tot op de knieën vallend overhemd, waardoor ze niet alleen letterlijk in hun hemd staan maar ook zowel nog niet helemaal aangeklede mannen kunnen verbeelden als jurkdragende vrouwen. De enige die door zijn gebaartjes en zijn natuurlijke, ietwat hoge stemgeluid af en toe wat nichterig overkomt is Peter De Graef. Maar een bezwaar is dat allerminst. Waarom zou hij geen homo kunnen zijn? Naast hem dromen, emmeren en jeremiëren David Cantens en Jonas Van Thielen dat een aard heeft.

Maar Moskou zullen ook zij nooit meer zien.

Foto: Bart van der Moeren