In de nog geen tien jaar dat Opera2day bestaat zorgde het Haagse initiatief met inventieve en uiteenlopende producties voor serieuze reuring in muziektheaterland. Dolhuys kermis, Medée en Mariken, om er een paar te noemen, maakten indruk en La Troupe d’Orphée werd gekozen tot Opera van het jaar 2014. Dr. Miracle’s Last Illusion is weer een hit.

Illusionisme was een prominent onderdeel van het variété aan het einde van de negentiende eeuw. De rondreizende tovenaars flirtten graag met een wetenschappelijk imago – de wetenschap was dat andere domein van onbegrepen kunsten – en noemden zich bijvoorbeeld professor of doctor. Zo ook dr. Miracle, die zonder een noot te zingen toch het centrale personage is. Woedy Woet strooit achteloos met goochelkunsten, maar een keer gaat het mis. Na een mislukte truc ziet hij de dood als zijn fascinerende en onovertrefbare collega; het wordt een obsessie om daar meer van te leren kennen. In zijn onderzoek presenteert hij zich onder meer als arts en priester. Uiteindelijk beseft hij dat er maar een ding op zit: zelf de overgang ondergaan van de ene in de andere toestand. Door het duister naar de tempel van het licht.

Het is niet altijd gemakkelijk om de overwegingen van dr. Miracle te volgen. Ze zijn nogal esoterisch, maar lastiger is dat de mooie stem van Tom Jansen van zoveel vervorming en echo is voorzien dat hij niet altijd verstaanbaar is. De lijn van de voorstelling blijft ondertussen goed te volgen. Drie sopranen spelen de vrouwen die op het pad van dr. Miracle komen. Ze zingen een interessant gekozen keur aan aria’s en duetten. Lucie Chartin zorgt voor spetterend lichtvoetig vocaal vuurwerk. Ze schittert bijvoorbeeld in spel en zang als de zingende pop Olympia uit Hoffmans vertellingen van Jacques Offenbach. Wankelend, met stijve ledematen kwinkeleert ze erop los alsof het niks is. ‘Je t’aime’, het smakelijke liefdeslied van een radeloze sopraan van Isabelle Aboulker zingt ze gedeeltelijk hangend. Kristina Bitenc is mooi ingetogen en gevoelig in het lyrisch-klagende ‘Ah! Non Credea Mirarti’ uit Bellini’s La Sonnambula. Ze zingt ook sterke duetten met Martina Prins, die het zwaardere werk voor haar rekening neemt: een aria uit Verdi’s Macbeth en Wagners Liebestod, die de spectaculaire laatste illusie begeleidt. Bitenc en Prins zingen samen ‘La Nuit van Chausson (om voor mij onduidelijke redenen in het Engels) en de séance-scène uit The Medium van Menotti.

Hoewel het voor een relatief jong, niet-gevestigd gezelschap als Opera2day niet gemakkelijk zal zijn om de financiering voor zo’n complexe en veeleisende productie rond te krijgen, merk je niets van concessies aan de kwaliteit. De decors van Herbert Janse zien er schitterend uit, samen met het licht van Uri Rapaport. Daniël Hamburger arrangeerde de muziek voor het onder leiding van Hernán Schvartzman prima spelende twaalfkoppige New European Ensemble. Violet Broersma van De Dutch Don’t Dance Division danst zwierige choreografieën van Thom Stuart, en als er nog meer vliegwerk nodig is, zorgt Femke Luyckx daarvoor.

Regisseur Serge van Veggel liet zich inspireren door zijn fascinatie voor illusionisme en de sfeer en muziek van het einde van de negentiende eeuw, toen occultisme en spiritisme sterk in de belangstelling stonden, en maakt daar een oog- en oorstrelende mix van. Ook de beeldende mogelijkheden van die periode worden volop benut. Vooraf is er een extra randprogramma in de foyers van de Koninklijke Schouwburg. Alles ademt zorgvuldigheid en betrokkenheid. Dr. Miracle’s Last Illusion is een heerlijke avond opera en vaudeville voor beginners en gevorderden.

Foto: Morten den Boer