De laatste decennia is Don Giovanni door operaregisseurs uitgeknepen als een citroen. We hebben de zoon van de Commendatore en vrouwenverslinder in alle schakeringen voorbij zien komen: van slachtoffer tot schurk, van vrolijke narcist tot gevaarlijke gek. Toch knap dat een regisseur als Claus Guth er nog een ‘nieuw’ karakter uit heeft weten te persen. Bij hem is Don Giovanni een klaploper en zijn maatje Leporello een heroïne-spuitende junk. Tja… sinds het bestaan van de regie-opera is niets te dol.

Guths Giovanni is een lastige kluif: de enscenering balanceert miraculeus tussen de lichtheid van een keukenmeidenroman en de diepgang van een psychologische thriller. Daar valt veel voor te zeggen, maar ook veel op af te dingen. Aan het toch wat lauwe applaus voor de regisseur bij de première te oordelen was het publiek bij De Nationale Opera die mening ook toegedaan. Het prachtig uitgelichte toneelbeeld van Christian Schmidt behoort tot een van de mooiste in de geschiedenis van De Nationale Opera: een bos dat in de vroeg-romantische opera’s van Weber en Marschner niet had misstaan, met enorm veel gevoel voor detail gemaakt. Aangezien het op een draaiend plateau staat schuift er ook af en toe nog een roestig bushokje voorbij, waar Donna Anna en Leporello zitten te blowen. Tja… het ziet er wel mooi uit, maar voor een avondvullende voorstelling is het ook een beetje saai en voorspelbaar.

Guths heeft ‘guts’. Dat moet je hem nageven. Hij durft ‘door te pakken’. Zette de bijl in de oorspronkelijke finale, gaf Don Giovanni een Burger King-kroontje op het hoofd, ontdeed zich van dat stomme pratende standbeeld (bij Guth is er slechts een Giacometti-achtig takkenskelet te zien) en al in de eerste akte trakteert hij Don Giovanni op een buikschot. Dat laatste is op zich wel een interessante zet, want daardoor verandert de gehele opera in een grote sterfscène. De notoire verleider lijkt te worden voortgedreven door de dood die hem op de hielen zit. Hij wordt uiteindelijk ook niet door de Commendatore de hel ingetrokken, maar zijn buikwond wordt hem fataal. Dat alles geeft het karakter van Don Giovanni (subliem gezongen en geacteerd door bariton Christopher Maltman) een intrigerende psychologische gelaagdheid. Hij is zondaar en slachtoffer tegelijk. Slechts via zijn amoureuze veroveringen kan hij nog aan het leven vasthouden. En al die andere personages krijgen bij Guth ook een flinke facelift. Zo is Donna Anna geen willoze tuthola, maar een ijdele verleidster die het noodlot over zichzelf afroept.

Guth maakte deze enscenering in 2008 voor het Berlijnse Theater Unter den Linden in samenwerking met de Salzburger Festspiele. Destijds stond Daniel Barenboim in de bak met de Staatskapelle Dresden. Aan dat niveau kon het Nederlands Kamerorkest niet tippen, maar er werd onder leiding van Marc Albrecht toch zeer behoorlijk en vitaal gemusiceerd. Ook over de zangers niets dan goeds, al had dat vibrato van Sally Matthews (Donna Anna) best wat minder gemogen. Er stond een topcast op het podium met vocale zwaargewichten als Veronique Gens (Elvira), Sabina Puértolas (Zerlina) en Adrian Sämpetrean (Leporello).

Foto: Marco Borggreve