‘Ondanks de Hedwigepolder houden Nederland en Vlaanderen van elkaar en ligt er op cultureel gebied in elk geval wel een mooie gezamenlijke toekomst in het verschiet.’ Dat was de teneur van de Vlaamse minister van Cultuur Joke Schauvliege. Samen met artistiek directeur Guy Coolen opende zij de zevende editie van De Operadagen Rotterdam, dit jaar goed voor 41 producties en meer dan honderd voorstellingen in tien dagen.

Het festival heeft een naam opgebouwd met vernieuwend en interessant muziektheater. Het experiment wordt er gekoesterd. Een doorsnee Don Giovanni of Zauberflöte zul je er niet snel vinden.Wel kun je op dit festival zomaar stuiten op een electronisch bewerkte stervensaria van Dido (een flirt tussen techniek en traditie) in de voorstelling Opera Mecatronica.

In bussen vertrokken de bezoekers van de Rotterdamse Schouwburg naar het nieuwe Luxortheater voor de openingsvoorstelling Distant voices: een muzikale reis door tijd, ruimte, verbeelding en techniek. Al wandelend door het havengebied werd het publiek uiteindelijk naar een grote leegstaande loods gebracht waar zich diverse producties afspeelden: onder meer de vermakelijke musicalachtige driemansopera van componist Robin Coops (White world) en een dans/zang-voorstelling op muziek van Monteverdi van Kevin D. Skelton. Helaas was deze solo-productie door de afwezigheid van een podium of tribune voor het grootste deel van het publiek nauwelijks zichtbaar. Dat is toch wel een fout die je de organisatie mag aanrekenen!

Het absolute hoogtepunt van de avond betrof de voorstelling Blauwbaard, geregisseerd door collectief 33 1/3 (bestaande uit Douwe Dijkstra, Coen Huisman en Jules van Hulst) en gezongen door sopraan Ilse van de Kasteelen. Alles draait om een bewegende kubus waarop projecties plaatsvinden. Als toeschouwer word je meegezogen in een surrealistische wereld. Het is een grote visuele nachtmerrie, gebaseerd op Bartoks Blauwbaards burcht. De projecties zijn zo geniaal gemaakt dat je ze soms bijna fysiek ervaart. De muziek refereert heel soms aan die van Bartok, maar vaker gaat de partituur zijn eigen ondoorgrondelijke experimentele weg. Een meesterlijke productie, het festival waardig.