Als Koen Kreulen en Khadija Massaoudi elkaar passeren op de trap klinkt steeds luider een emotionerend gezongen nummer door de speakers. De locatievoorstellingvoorstelling Dicht bij mij van Likeminds bestaat uit een monoloog en een mimesolo. De personages lijken met elkaar verbonden te zijn maar dat komt niet uit de verf.

Op de bovenetage van het woonhuis waar Dicht bij mij wordt opgevoerd zit Actrice Massaoudi op een stoel en vertelt een associatief verhaal over de gedachten die door haar hoofd spoken. Zo hoopt ze vat te krijgen op de beelden, dromen en herinneringen die als onbestuurbare figuurtjes door haar hersenpan lijken te razen. Ze kruipen van haar linker- naar haar rechterhersenhelft, ze rennen over de bedrading en zo raakt ze verstrikt in zichzelf. Zo druk als het is in haar hoofd, zo stil zit ze op haar stoel. De actrice heeft een sterke uitstraling; met haar expressieve stem en mimiek trekt ze je mee in haar binnenwereld. Soms zingt ze even en dan spreidt ze haar armen in de hoop dat de lucht opklaart.

Op de etage beneden haar speelt de mimesolo. Koen Kreulen beweegt zich zwijgend door een kale ruimte. Net als de monoloog van Massaoudi drukt zijn choreografie een innerlijke worsteling uit. Zijn lichaam botst tegen de muur, zijn armen en benen verkrampen. Hij rent en rolt over de vloer, hij hijgt, kreunt en transpireert. Hoe heftig hij ook beweegt, zijn emoties lijken zich niet te ontladen. Steeds weer loopt hij vast en komen zijn spieren onder hoogspanning te staan. Als hij omhoog klimt in een pilaar is er even een moment van ontspanning en knipoogt hij naar het publiek.

Massaoudi en Kreulen, die zelf de tekst schreven en de choreografie ontwierpen, laten zien dat zij niet alleen intrigerende spelers zijn maar ook potentie als makers hebben. Als locatievoorstelling, in Magazijn op de Amsterdamse Wallen, is Dicht bij mij nog niet theatraal genoeg. Terwijl je als bezoeker naar de ene solo kijkt, hoor je de geluiden van de andere in de ruimte boven of beneden je. Dat wekt de verwachting dat er raakvlakken zijn en dat de personages iets met elkaar te maken krijgen. Maar de spelers kruisen elkaar alleen even op de trap tussen de twee kamers en wisselen zelfs geen blikken uit. Ook is de inrichting van de locatie niet geïntegreerd in het spel. In plaats van de kamerplant, het tweepersoonsbed en de enorme boekenkast hadden er evengoed heel andere spullen kunnen staan.

Dicht bij mij komt dicht op de huid van het publiek maar lijkt nog een proeve en moet nog uitgroeien tot een volwaardige voorstelling.

Foto: Jean van Lingen