Jochem Myjer, Youp van ’t Hek, Theo Nijland. Onvergelijkbare grootheden, maar ze hebben alle drie het heldere licht aan het einde der tunnel zien gloren. En ze zijn na de revalidatie sterker terug dan de liefhebbers zich kunnen heugen. Je zou er bijna rare gedachten van krijgen.

De medische wetenschap hakt en zaagt kennelijk niet alleen in het lijf om dat weer overeind te krijgen, maar zorgt er ook voor dat de creativiteit en de levenslust een positieve optater krijgen. Neem Theo Nijland. Het scheelde niks of de zanger/componist was niet meer onder ons geweest. Met Desalniettemin bewijst hij dat hij niet gemist kan worden, want hij heeft zijn gelijke nog niet. Een man, een vleugel en een microfoon, messcherpe ironie en ware emotie…. Je likt je vingers er bij af.

Bijna dood gaan is geen wedstrijd, maar Theo Nijland was er misschien het dichtste bij van de genoemde drie. Hij scheurde in 2015 zijn aorta en de artsen gaven hem nog hoogstens tien procent kans dat hij het zou halen. En dat speelt in Desalniettemin toch een rol. Een gescheurde aorta is geen verdienste en die moet je niet gaan uitbuiten, maar het levert wel Theo’s dialoog met de ‘Deadline’ op. Over het boek dat de eerste nog wil schrijven over zijn stervensproces. De tweede tikt hem daarvoor op de vingers, want sterven doet een Theo Nijland in een liedje, net voor het einde ervan, met publiek erbij.

Zijn nieuwe programma herbergt juwelen van liedjes over ons leven en onze medemensen. Druipend van ironie, met af en toe een scheut fel cynisme, zoals dat een Nijland betaamt. Vileiner misschien dan voorheen, omdat het is overgoten met milde saus. Gekker, omdat hij ons bezingt door de ogen van een alien, bijzonder met een kinderkoor in het schitterende Hou vast. Emotioneel geladen in Maarten gaf de pijp aan mij over Maarten van Roozendaal, de zanger die in 2013 overleed en zo ‘veel te vroeg stopte met zijn ongezonde levensstijl’.

De ‘nieuwe’ Theo Nijland manifesteert zich in Ik vind helemaal niks meer, waarin hij meldt dat hij niet meer oordeelt en vanaf nu zijn onvertogen woorden smoort in mildheid. Zijn oordelen hebben hem niets gebracht, laat staan de wereld. Dat nummer wordt gevolgd door Laat mij even gelukkig zijn, waarin hij verkondigt dat mee-lijden met een ander niemand iets oplevert en zinloos is. Het titellied is een juichkreet, een zucht van verlichting, een jubelend inzicht na dat licht en die tunnel: ‘desalniettemin heeft mijn leven zin’.

Me dunkt

Foto: Ben van Duin