‘Leben is tötlich’ staat er in kleurig neon in het decor van Der Spieler. Als je dat beseft, en je bent toevallig in gokhoofdstad Roulettenburg, wat zou je dan anders doen dan je hele kapitaal op rood zetten? In de verborgen casinozaal in het decor leren we de ware aard van de mens kennen, en daar is weinig edelmoedigs aan.

De Dostojevski-bewerking Der Spieler van de Volksbühne, die donderdagavond het festival Brandhaarden in de Stadsschouwburg opent, is in alles een excessieve voorstelling. De duur (vijf uur) is monumentaal, regisseur Frank Castorf voegde aan de oorspronkelijke novelle nog meer tekst toe en de spelers gaan tekeer alsof ook zij het neon-motto onderschrijven en met elke scène hun hele hebben en houwen op het spel zetten.

De Speler is een korte roman van Dostojevski uit 1868 die hij in koortsachtig tempo schreef omdat hij geld nodig had om zijn gokschulden af te betalen. Hoofdpersoon Alexej Ivanovitsj is huisleraar bij een verarmde generaal, op wiens stiefdochter Polina hij hopeloos verliefd is. Alexander Scheer speelt hem als een rockster, op de rand van de waanzin en in de liefde net zo fatalistisch als in het spel. Kathrin Angerer maakt van Polina een koket en nukkig kindmeisje.

In het draaiende decor zien we het sjieke hotel waarin het hele gezelschap verblijft, maar ook de achterkant van de entertainmentindustrie: een armetierige braderie met geschilderde aap. Hier speelt het aanvullende deel zich af, waarvoor Castorf Dostojevski’s verhaal De krokodil plunderde, waarin een saaie ambtenaar wordt opgeslokt door een gigantisch reptiel. Samen geven de twee verhalen de zwarte kanten van het kapitalisme weer, enerzijds het casino dat iedereen uitwringt, anderzijds de Duitse krokodil-eigenaar die eerst financieel ruim gecompenseerd wil worden voordat hij zijn bezit laat opensnijden om het arme slachtoffer te bevrijden.

Het eerste deel van de voorstelling is soms wat langdradig, maar de vaart komt erin als Baboesjka arriveert in Roulettenburg. Zij is de moeder van de generaal, die met smart zit te wachten op haar overlijden zodat hij met de erfenis zijn schulden kan afbetalen en kan trouwen met de hitsige Franse courtisane waarop hij zijn zinnen heeft gezet. Toneelkoninging Sophie Rois is een glorieuze Baboesjka, die alle hoop op voortijdig sterven onmiddellijk doet vervliegen en die zich door Alexej bereidwillig de grondbeginselen van het roulettespel laat bijbrengen.

De speelhal, met spiegelbol en glitterende sliertjesgordijnen, bevindt zich in het centrum van het cirkelende decor en is het grootste deel van de voorstelling slechts zichtbaar via het (prachtig halftransparante) beeldscherm, later wordt de onttakeling van alle personages duidelijk door het steeds verder wegtrekken van alle mooi uitziende wandbespanningen, zodat alleen het staketsel van het decor overblijft.

Vanzelfsprekend verliest Baboesjka haar gehele fortuin en blijft de familie berooid achter; vanzelfsprekend wordt het niks tussen Aleksej en Polina. Gokken maakt namelijk alles kapot. Of beter: het leven maakt alles kapot, het is tenslotte dodelijk.

Der Spieler is een voorstelling van gekte, uitspattingen, verveling, behaagzucht, onbegrijpelijkheid, inzet en uitputting. En aan het eind kun je alleen nog maar uitbrengen: rien ne va plus…