In De zere neus van Bergerac combineert Arjan Ederveen het verhaal van Cyrano de Bergerac met feeën en trollen. Het is een mooie traditie, de kerstproductie van het Ro Theater. Maar is de nieuwe familievoorstelling wel een voorstelling voor de hele familie?

Fee Ada en fee Gemma (Arjan Ederveen en Ellen Pieters) zijn verantwoordelijk voor de communicatie van De orde der Vrije Feeën. Daar hebben ze het zwaar mee, want smerige trollen staan te popelen om de tent over te nemen. Elk smetje op het imago kan fataal zijn.

En er is een smetje. Bij de geboorte van de kleine Cyrano maakte wensfee Brenda (Jack Wouterse) een lelijke uitglijder: zij toverde de babyneus te groot. Cyrano (Wart Kamps) heeft er altijd onder geleden. Nu hij op de kadettenmavo zit, gaat iedereen achter de meisjes aan, behalve hij. Hij durft niet, hij lijdt onder zijn uiterlijk. Maar niet alleen is hij klein maar dapper en schermt hij als de beste, hij heeft ook de gave van het woord. Zijn gedichten zijn gevoelig (daarvoor is Ted van Lieshout ingehuurd) en hij zet iedereen verbaal buitenspel die iets over zijn neus zegt.

Een fee die iemand ongelukkig maakt in plaats van gelukkig, dat geeft trollenkoning Knoessi Boessi een reden om de macht over te nemen. Hij stelt een ultimatum: zet die mislukte neus recht of het is uit met de orde. Ada, inmiddels gebrouilleerd met Gemma, gaat erop af, samen met stagefee Roxanne (Sarah Bannier). Opperfee Aurora (Sylvia Poorta) begint intussen een charmeoffensief en nodigt Knoessi Boessi uit voor een lunch, ondanks zijn weerzinwekkende tafelmanieren.

Roxanne wordt verliefd op Cyrano’s mooie maar minder begaafde vriend Christiaan en verwaarloost haar feeëntaak. Cyrano stuurt haar brieven, ondertekend met Christiaan, die haar nog veel verliefder maken. Als haar vriendje sterft aan het front is ze zo verdrietig dat ze ontmenst wil worden: dan heeft ze nooit meer last van pijnlijke emoties.

Natuurlijk komt alles op het laatst goed. Roxanne hoort eindelijk van wie de mooie woorden kwamen en gaat voor de binnenkant, Gemma en Ada verzoenen zich met elkaar, de keurige Aurora ontdekt haar ranzige ik en maakt Knoessi Boessi gelukkig en Christiaan herleeft.

Dat klinkt als een sprookjeskomedie en dat is het ook. Familievoorstelling dus? Hmm. Meer dan bij eerdere voorstellingen schieten Ederveen en regisseur Pieter Kramer door in poep- en piesgrappen – hier eerder diarree- en schetengrappen. Als Ada eindelijk Cyrano’s neus kan verbeteren, verandert ze hem o zo per ongeluk en olijk in een piemel. Zo zitten er veel meer geforceerde olalagrappen in het gewrongen verhaal. Gelukkig ook wel leuke, trouwens. Intussen lijkt de voorstelling eerder gemaakt voor een publiek vanaf de puberleeftijd dan voor de hele familie. Ook al door de duur van een kleine drie uur; daar had best wat vanaf gekund.

De vormgeving van Niek Kortekaas ziet er weer prima uit, met een grafisch voordoek vol advertenties voor neuscorrectiemiddelen van ruim een eeuw geleden. Daarachter worden mooie andere decors opgebouwd. De speciale effecten zijn weer verrassend.

Het Ro Theater lijkt met De zere neus van Bergerac een gezelschap van twee stromingen; ik ben benieuwd hoe zich dat onder de nieuwe artistiek leider Johan Simons ontwikkelt. Aan de ene kant is er het Rotterdamse stadsgezelschap dat de dappere keuze heeft gemaakt om alleen nog nieuw repertoire te spelen en niet op behagen uit is. Daarnaast is er de grote familieproductie, waar dit keer nog maar twee reguliere Ro-acteurs aan meedoen, Poorta en Wouterse. Verder is gekozen voor jonge spelers, die gemiddeld matig tot aardig zingen en een kek breakdansje in huis hebben. De liedteksten van Alex Klaasen, op muziek van Les Poppys tot Stromae, zijn weer matig te verstaan; waarom lukt dat toch niet goed? Wart Kamps draagt de voorstelling soepel en ontroert uiteindelijk. Vooruit, tweeënhalve ster (als dat zou kunnen).

Foto: Leo van Velzen