Liefde in al zijn facetten op de scène kan zo mooi zijn om naar te kijken. Dat is het geval bij de productie die Vlaams acteur/theatermaker Josse De Pauw heeft opgezet met de bewerking van een Japans boek, dat hij dertig jaar geleden cadeau kreeg toen hij zijn Japanse vrouw leerde kennen en zij het hem gaf om kennis te maken met de Japanse cultuur. Nu zijn ze geen geliefden meer. Zij speelt en danst, hij regisseert. De voorstelling De sleutel is meer dan een blik op de Japanse cultuur, ze biedt een verstilde, subtiele inkijk in de gelaagdheid van de liefde, en van veroudering en sterven.

In het boek De sleutel (1956) van Junichiro Tanizaki leest een ouder echtpaar elkaars dagboeken met wederzijdse stilzwijgende toestemming. Zij laten de sleutels doelbewust rondslingeren. Op die manier maken zij hun geheime verlangens en hunkeringen bekend. De man kiest een huwelijkskandidaat voor zijn dochter en dat stimuleert zijn seksuele fantasieën. Jaloezie leidt tot hartstocht en ook bevrediging. Maar dan lijkt zijn fantasie over een relatie tussen zijn vrouw en haar aanstaande schoonzoon echt te worden. Hij sterft aan een hartaanval.

In de theaterversie wordt niet duidelijk of ze elkaars dagboeken daadwerkelijk lezen. Er blijft een waas over het samenspel van waarheid, leugen en bedrog hangen. Ook heeft Josse De Pauw de anekdotiek van het verhaal naar een hoger plan geheven. De vier personages worden alle door vrouwen gespeeld. Frida Pittoors vertolkt de oudere man en danseres Taka Shamoto, gekleed in lichtblauw maatpak, danst en speelt de uitgekozen schoonzoon Kimura. De percussioniste Kuniko Kato vertolkt bij momenten de dochter Toshiko. Zij speelt vooral op de marimba en op licht slagwerk, en stuwt met haar muziek het spel en geeft de ondertoon bij de handelingen en de voice-overs. Als zij niet musiceert, is het ook echt stil.

Fumiyo Ikeda vertolkt de echtgenote Ikuko. We kennen haar als de vaste danseres in de producties van Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker. Zij was jarenlang de partner van Josse De Pauw. Drie jaar geleden kwam een einde aan die relatie doordat De Pauw een nieuw lief had gevonden. Dat is toen nogal uitgesmeerd in de Vlaamse pers. De Pauw hoopt in een interview in De Morgen dat het publiek het stuk niet autobiografisch gaat lezen. Ikeda is heel stellig: ‘Dit stuk gaat niet over ons.’

Toch geven hun relatie en de scheiding, hoe je het ook wendt of keert, een extra gelaagdheid aan het stuk. De sleutel gaat over veel meer dan het persoonlijk verhaal van de makers of van de romanpersonages. Door de mannenrollen niet door mannen maar door vrouwen te laten spelen wordt er afstandelijkheid gecreëerd, waardoor het niet over een heel persoonlijke relatie gaat maar over de liefde in al zijn complexe facetten, over oud worden en verlangens naar de jeugd, over jaloezie, opwinding en jezelf en elkaar iets wijsmaken, over cultuurverschillen.

Een afstandelijkheid zit ook in het acteren en dansen. Frieda Pittoors buigt als man in een kostuum en met grote brillenglazen naar het publiek, schuifelt meermaals over de planken. De gedachten van de man horen we via een voice-over (met stem van Josse De Pauw). Hij heeft het over zijn dagboek, zijn vrouw, wat er gebeurt als ze dronken is, zijn fantasieën, zijn zorgen. Zijn fysieke kracht taant, hij moet hormonale middelen nemen, zijn angst voor geestelijke onvolwaardigheid neemt neurotische vormen aan. Naar het einde is Pittoors als oude man meer zelf aan het woord. Rechtstreeks spreken man en vrouw niet tot en met elkaar.

De andere speelsters zijn Japanse vrouwen. Als zij spreken, dan is het in het Japans, met vertaling in de boventitels. De voorstelling doet Japans aan. Het is geen Kabuki of No-theater, maar alles verloopt traag, ritualistisch, baadt in sfeervol helder licht. De echtgenote is in het begin in een kimono gekleed. Daarna volgt er een lange scène waarin zij zich hult in traditioneel ogende kleding met veel stoffen banden en grote strikken. Traag kleedt de man haar laag voor laag uit terwijl we de dagboekfragmenten over zijn fantasieën over haar en zijn handelingen horen.

Als er gedanst wordt, is het in het begin subtiel, met lichte danspasjes en handspel. De latere relatie tussen de echtgenote en haar schoonzoon wordt verbeeld in een dans. Zij is nu meer westers gekleed, en ze dansen meer westers. De dansen zijn erotisch geladen, maar dat is latent en impliciet, zoals alles subtiel en stilistisch is in deze voorstelling. De soms meer extatisch klinkende marimba-muziek vormt een contrast met de woorden die we horen. En dan zijn er de stiltes en het onderhuidse, gedistingeerde spel. Het is die verstilling die deze productie zo mooi maakt.

Foto: Kurt Van der Elst