Met de mantel der liefde is de nieuwe voorstelling van Richard Groenendijk, winnaar van de prijs voor het beste cabaretprogramma van 2012. De mantel is indrukwekkend en met de liefde zit het ook wel goed. Het levert een sterke show op, geregisseerd door Wimie Wilhelm, waarin Groenendijk vaardig jongleert met lichte en zware thema’s.

Je hebt cabaretiers als vuurwerk en cabaretiers die hun carrière lang een min of meer gelijkmatig licht geven. Richard Groenendijk is meer een spaarlamp van de eerste generatie: na wat geknipper wordt het licht steeds sterker en warmer van kleur. Tussen Cameretten 1995 en de grote doorbraak in 2012 zitten zes theaterprogramma’s, optredens in musicals en liedjesprogramma’s en werk voor radio en tv. Veelzijdig is hij zeker.

Die grote doorbraak was de bekroning met de Poelifinario (voor het beste cabaretprogramma van het seizoen) van Alle dagen. Daarmee liet hij usual suspects als Theo Maassen en Jan Jaap van der Wal achter zich.

Het succes vertaalt zich voor zijn nieuwe programma in een vol Oude Luxor en een indrukwekkende speellijst. Omdat Groenendijk in z’n eentje op het toneel staat hoeven ook Veldhoven, Hendrik Ido Ambacht, Winschoten, Veghel, Houten en Maassluis het niet te stellen zonder Met de mantel der liefde.

Groenendijk vult het toneel schijnbaar moeiteloos: hij knalt bijna twee uur door, een pauze is er niet. Hij opent met pompeuze klanken en veel synthetisch koper, een opgepompte bewerking van Will you still love me tomorrow. Groenendijk vertaalde het nummer zelf en eindigt met de titel in het Kroatisch, als hommage aan zijn vriend Marko. Tussendoor: ‘Kweenie wat jullie dervan vinden, maar ik vind het tot nu toe een indrukwekkende opening.’

Typisch Groenendaal: hij wil uitpakken, stralen en schitteren, maar tegelijk kijkt hij met een relativerende blik naar zijn eigen gedoe, zijn onzekerheid en arrogantie, zijn verlangen naar liefde en geborgenheid en zijn angst om zich over te geven. Als hij even doorschiet in sentiment zet hij dat meteen weer recht met een stevige en ontnuchterende grap.

Hij dacht Marko een plezier te doen door een pak te laten maken dat geïnspireerd is op de Russisch-orthodoxe kerk. Groenendijk ziet eruit als een Renaissancistische prins. Jammer alleen dat Marko’s familie katholiek was; ingewikkeld, die Joegoslavische burgeroorlog waaruit het gezin vluchtte. Onder dat pak komen dan weer een korte broek en sokophouders tevoorschijn. Consistentie is de dood in de pot, twijfel is een deugd.

De steile gristenen die hij in Ouddorp tegenkomt hebben geen last van twijfel; zij weten precies hoe er over homoseksuelen geoordeeld gaat worden. Groenendijk werd geboren op Goeree Overflakkee, woonde er tot zijn achttiende en heeft er een vakantiehuisje.

Groenendijk blinkt ook uit in rustiek-Rotterdamse tafereeltjes. Daarvoor heeft hij heel wat familie paraat. Sommige kennissen komen van show tot show terug; aan de herkenning herken je zijn trouwe publiek. Die typetjes leveren een gemakkelijk succes op, maar Groenendijk speelt ze uitstekend uit, met goede teksten. Daarbij schakelt hij heel scherp naar een ander thema en register, van plat Rotterdams tot Shakespeares sonnet 49.

Behalve aan Marko is Met de mantel der liefde een eerbetoon aan zijn moeder, die in al haar eenvoud voor iedereen zorgde en in elkaar schrompelde tegenover mensen die zich oneindig veel belangrijker vonden. Groenendijk kan vermakelijk vilein uithalen naar collega’s, maar vlamt aan het einde van de voorstelling pas echt in zijn verontwaardiging tegen vertegenwoordigers van de zwartekousenkerk en van de vol-is-volmentaliteit. De eerste groep misgunt hem zijn bestaan, de tweede dat van Marko. De zaal is er doodstil bij. Met zijn weloverwogen mix van amusement en ernst bereikt hij een publiek dat zo divers is dat veel collega-cabaretiers er alleen van kunnen dromen.

Foto: Annemieke van der Togt