Een oogverblindende witte leegte laat het publiek met de ogen knipperen. Onder het kille tl-licht staan een man en een vrouw. Ze omhelzen elkaar. Het is voor het laatst, want na dit openingsbeeld is hun relatie definitief verleden tijd.

Clôture de l’amour is de titel van het stuk waarmee Pascal Rambert, eerder dit jaar met zijn dansvoorstelling Memento mori te zien op SPRING Performing Arts Festival, in 2011 vele handen op elkaar kreeg. Het toneelstuk won diverse prijzen en is sindsdien in meer dan tien landen gespeeld. Nu is het de beurt aan Nederland, waar het stuk de titel De liefde voorbij meekreeg.

Een man, een vrouw, een scheiding. Dat herkenbare en pijnlijke gegeven fileert Rambert tot op het bot. Zijn tekst bestaat uit twee monologen waarin, meer nog dan de scheiding, de taal centraal staat. In het eerste deel is de man aan het woord. Die man heet hier Reinout, de acteur is Reinout Bussemaker. De vrouw is een actrice met de naam Johanna en wordt gespeeld door Johanna ter Steege. Personages met de namen van de acteurs. Een spel met fictie en werkelijkheid.

Onze relatie wás fictie, zegt Reinout. Een zoete krentenbol. ‘Wij hielden niet van elkaar, wij hielden van het idee van liefde.’ En het zo vaak gebruikte ‘met z’n allen’, als begrip voor het gezin, is een debiel concept.

Reinout is degene die de relatie verbreekt. Dat doet hij rationeel, afstandelijk en hard. Hun liefde moeten ze herconfigureren, heet het bij hem. Bussemaker speelt Reinout als een naar woorden zoekende man, die zijn gedachten tevergeefs in taal wil vangen. De redelijkheid zelve, die zijn bijna ex vernedert en verwondt met zijn gevoelloze beschouwingen. Emotie houdt hij binnenskamers. In zijn één uur durende monoloog draait het om de ratio. Een verstandelijke break-up.

Daarna is het de beurt aan Johanna. Ze heeft lang geluisterd naar zijn, zoals ze zegt, woorddiarree, terwijl ze verbaal met bajonetten bewerkt werd. Ter Steege speelt haar tijdens zijn monoloog als een vrouw die beurtelings verbaasd, verbijsterd, woedend of verdrietig is. Een in zichzelf gekeerd verdriet, lijkt het.

Maar dat is schijn. Zij beleeft de scheiding totaal anders en haar perceptie op hun relatie staat haaks op de zijne. Haar monoloog is een emotionele eruptie. Ze heeft goed naar hem geluisterd en ze is het er niet mee eens. Liefde is geen idee, maar wat ze voelden voor elkaar. Als John & Yoko. Liefde, hartstocht, intimiteit. In Italië, in Parijs. En voor haar was ‘met z’n allen’: ons. Ons maakt kinderen. En nu wil hij de stoel met roze borduursels, die ze toentertijd samen kochten. Prima. Pragmatisme versus emotionaliteit. Hij wil dingen, zij herinneringen. En de kinderen.

‘De pijn is zo erg dat alles wit wordt,’ zegt ze op dat grote lege toneel. Als een verscheurde furie laat ze Reinout alle hoeken van de kamer zien. De acteur zwijgt en lijdt in stilte. Zijn schouders gaan steeds meer hangen bij alles wat ze zegt. Hier zijn alleen maar verliezers, maar wat een fijne acteurs.

Rambert schreef een poëtisch, talig stuk over twee visies op een relatie die eindigt. Dat doet hij in minutieuze woorden, waarbij de twee monologen elkaar knap spiegelen. Dankzij de fraaie vertaling van Erik Bindervoet valt er voor taalliefhebbers veel te genieten.

Regisseur Marcelle Meuleman geeft haar acteurs alle ruimte en weet de lege ruimte te benutten. Haar regie oogt soms als een choreografie, zoals zij haar acteurs om elkaar heen laat draaien of samen op laat lopen.

Ondanks de emoties en de onderliggende pijn doet De liefde voorbij vooral een beroep op het hoofd. De zinnen en beelden zijn prachtig, maar ook artificieel en zitten daardoor het gevoel in de weg. Het verdriet is herkenbaar, maar blijft op afstand.

Mensen en hun relaties bestaan en krijgen betekenis bij de gratie van taal. Dat is het idee van Lambert. Meer dan over een eindigende liefde schreef hij daar een stuk over. ‘Vandaag is de taal een lijk dat we hebben ontleed,’ klinkt het aan het eind. Dat gebeurt hier op virtuoze wijze.

Foto: Leo van Velzen