Dit seizoen krijgt iedereen bij Het Nationale Ballet de kans te schitteren. Afgelopen september werd bij Corps het corps de ballet al in het zonnetje gezet; in het spiksplinternieuwe twaalfkoppige gezelschap De Junior Company vraagt Ted Brandsen, artistiek directeur van Het Nationale Ballet, aandacht voor de nieuwe aanwas. Het jonge talent dat, vers van de balletacademie, de eerste voorzichtige stapjes zet in het echte balletleven. De helft van de dansers zit in het laatste jaar van de opleiding, de andere helft heeft een jaarcontract bij het balletgezelschap. Allemaal dansen ze ook mee in de reguliere voorstellingen van het Nationale Ballet.

Staat ze als corps vaak achterin, nu staan ze als beginnelingen helemaal aan de zijlijn, trappelend van ongeduld om hun intensieve opleiding ook in praktijk te kunnen brengen. En dat terwijl die podiumervaring juist zo cruciaal is. De Junior Company geeft ze die kans, geeft ze een gezicht, prachtig fris opgepoetst op de foto’s van Erwin Olaf. Nu hopen dat ze in de schijnwerpers niet voortijdig verwelken.

Artistiek coördinator Ernst Meisner stelde een leuk en gevarieerd programma samen, een kort rondje balletgeschiedenis, kundig aaneengeregen door de videofragmenten van voormalig danser Mathieu Gremillet. Van de vroege hofdansen onder Lodewijk XIV (Minuet), naar de wereldberoemde pas de deux en quatres van de klassieke Russische balletten Het zwanenmeer en The sleeping beauty. Tussendoor geeft Daniel Montero in Ballet 101 (in 2008 ook al eens door Scapino-danser Min Li uitgevoerd) de toeschouwer een spoedcursus balletpasjes. Ballet 101 draait niet alleen om techniek, maar ook om charisma. Dat zit bij Montero wel goed. Michaela DePrince en Nathan Brhane dansen het bombastische Russische Diane et Acteon, terwijl de vier dansers in het Italiaanse Saltarello (van Meisner zelf) juist vloeien en flikkeren als net aangestoken vlammetjes.

Verwelken doen de twaalf dansers allerminst, maar tijdens de première waren de zenuwen soms wel voel- en helaas ook zichtbaar. In de balletklassiekers lag de druk duidelijk het hoogst en lieten de dansers soms wat steekjes vallen, zoals het inschatten van de onderlinge positie in de pas de quatre van The sleeping beauty (al is het podium van de Stadsschouwburg natuurlijk ook wel ietsje kleiner dan dat in het Muziektheater).

Normaliter was het werk van Hans van Manen, waar de bedrieglijk simpele danspasjes eigenlijk even belangrijk zijn als de attitude waarmee ze gezet worden, een goede lakmoesproef geweest. Maar Van Manen koos zelf voor het klassieke en serene Kwintet uit 1974, voor een vrouw (toen Alexandra Radius, nu Jessica Xuan) en vier mannen.

In de wereldpremière van Dawn Dances, gemaakt door de 22-jarige George Williamson op de minimalistische muziek van Judd Greenstein, kwamen de dansers pas echt tot hun recht. Het stuk voor acht dansers oogt fris en licht, vol energie en hoop. Net als de dansers zelf dus.

Foto: Emma Kauldhar